Kwaliteit op Maat, brancheorganisatie voor duurzaam werk

18 januari 2021

Het ontslag van het kabinet Rutte-III, heeft dat gevolgen voor de arbosector? Zijn er voorgenomen maatregelen zo omstreden dat ze moeten wachten op een nieuw kabinet? De eerste indruk is als volgt.

● Ongewijzigd: het belangrijkste punt, hervorming van de arbeidsmarkt voor meer vast (‘Borstlap’) en beter (WRR) werk, waaronder loondoorbetaling bij ziekte, was al doorgeschoven naar verkiezingen en kabinetsformatie.

● Waarschijnlijk niet omstreden: staatssecretaris Van ’t Wout zou “begin 2021” reageren op de kwaliteitstafel bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde, in het bijzonder het breed gedragen pleidooi tot medefinanciering van kwaliteitsontwikkeling.

● Mogelijk omstreden: hij zou ook “begin 2021” een standpunt innemen wat betreft de evaluatie arbowetswijziging ‘versterking betrokkenheid arbodienstverlening’ van juli 2017.

● Waarschijnlijk zeer omstreden: het wetsvoorstel ‘leidende rol bedrijfsarts bij RIV-toets’. De schriftelijke procedure in de Kamercommissie was extra lang en intensief, fracties waren gevoelig voor wat de FNV verwoordde als: “Wie fluit de bedrijfsarts straks nog terug?”. Ook zonder het ontslag van Rutte-III was de gedachte inwerkingtreding per september ’21 al twijfelachtig.

 

Verder in deze KoM-nieuwsbrief​:

CORONA NIEUWS   # Sluiten werkplekken: grote impact op corona   # Komt er een derde golf?  

‘MKB verzuim-ontzorg-verzekering voegt niet veel toe’ – Minister Koolmees heeft veel tijd nodig om daarop te reageren

Burn-outklachten: onderzoek geeft geen wezenlijk nieuw inzicht  – Actie onverminderd nodig

Burn-outklachten: ander onderzoek zet iets ander accent – Heeft de vakbeweging toch een punt?

Verenigingsnieuws – We vragen KoM-leden om alertheid voor informatie en coördinatie

Werkgeversactie – een aanvulling op het gangbare qua bevordering van leefstijl

CORONANIEUWS

Sluiten werkplekken: grote impact op corona 

Het sluiten van niet-essentiële werkplekken en het verlengen van thuiswerken zijn de meest effectieve interventies om de verspreiding van Covid-19 te verminderen. Dit blijkt uit een internationale studie over 40 verschillende regimes voor preventie. Het klassieke bron- en contact onderzoek in deze pandemie gaf weinig resultaat, net als het testen. Deze uitkomsten vragen wel om zéér voorzichtig interpreteren. Lees het op de KoM-site.

Komt er een derde golf? 

Het Belgische semiwetenschappelijke tijdschrift Knack, over vraagstukken van volksgezondheid, kijkt vooruit: “Hopelijk zal in 2021 blijken dat de mensheid haar lesje heeft geleerd.” Link naar Knack

‘MKB verzuim-ontzorg-verzekering voegt niet veel toe’

Minister Koolmees heeft veel tijd nodig om daarop te reageren

“Het lijkt erop dat de MKB-verzuim-ontzorgverzekering vooralsnog voor niet veel Mkb’ers iets toevoegt aan het palet aan mogelijkheden om de MKB’er te ontzorgen.” Dat is een conclusie van bureau Panteia, in een onderzoek in opdracht van AFNL-NOA. Deze vrij onbekende organisaties trokken er nauwelijks aandacht mee. Hun initiatief over het nu een jaar werkende verzekeringsproduct blijkt betekenisvol.

De Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra is een landelijke koepel van brancheorganisaties met samen ruim 1.800 leden mkb-bouwbedrijven. De Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven heeft ruim 1.600 mkb-afbouwbedrijven als lid. De twee werken samen aan belangenbehartiging, in een stichting met onder meer een ‘Politiek beleidsbureau’. Voorzitter is Sharon Gesthuizen (voormalig SP-kamerlid, nu GL-lid). De ondernemersorganisaties lieten in oktober onderzoek doen naar bekendheid en gebruik van de MKB verzuim-ontzorg-verzekering.

Onbekend, weinig interesse

Panteia hield telefonische interviews met 360 mkb-bedrijven (niet alleen leden) uit de AFNL-NOA-sectoren. Enkele hoofdpunten uit de uitkomsten:

·        de ‘normale’ verzuimverzekering is bekend bij 88%

·        de MKB verzuim-ontzorg-verzekering is bekend bij 17%

·        10% heeft deze verzuim-ontzorg-verzekering in 2020; een derde heeft er een beroep op gedaan, allen willen continueren

·        enkele procenten denken deze verzekering af te sluiten voor 2021

·        73% van de bedrijven die nog niet bekend waren met de MKB verzuim-ontzorg-verzekering is niet geïnteresseerd om zich erin te verdiepen.

Gesthuizen stuurde 12 november het rapport met een brief aan de Tweede Kamer, met de vraag om naar de in het Regeerakkoord “.. gedane beloften te kijken, namelijk het verkorten van de loondoorbetalingsperiode, ten gunste van het mkb.”

Politieke stilte

Pas 17 december kreeg dit aandacht. CDA-Kamerlid Palland stelde schriftelijke vragen: hoe is de onbekendheid te verklaren, werkte de publiciteitscampagne? En: “Klopt het dat een MKB-verzuim-ontzorgverzekering vaak duurder is dan een verzuimverzekering met conventionele dekking?” Haar slotvraag: “Zou naar uw mening een verkorting van de loondoorbetalingsperiode niet alsnog de meest effectieve manier zijn om m.n. kleine werkgevers te ontzorgen?” Op 14 januari reageerde minister Koolmees: hij kan niet antwoorden binnen de gangbare termijn van drie weken, er is meer tijd nodig voor afstemming.

Wordt vervolgd

Koolmees noemde twee jaar geleden het pakket met de MKB verzuim-ontzorg-verzekering een gezamenlijke “grote stap om een lang slepend probleem aan te pakken.” De afspraken met ook verzekeraars dienden tot apaiseren van werkgevers na het toen geklapte pensioenoverleg. Het Panteia-onderzoek is – voor zover bekend – de eerste publicatie over werking in de praktijk. De uitkomsten lijken geen bemoediging voor de minister.

Uitblijven van antwoord op schriftelijke vragen is na zes weken ‘strafbaar’: de bewindspersoon kan dan verplicht worden tot opdraven bij het mondelinge vragenuurtje. We houden u op de hoogte. In een volgende nieuwsbrief meer over dit onderzoek. Het kreeg tot nu in de verzekeringssector geen aandacht.

Het rapport van Panteia / AFNL-NOA

De vragen van CDA-Kamerlid Van Palland

Burn-outklachten:

onderzoek geeft geen wezenlijk nieuw inzicht

Actie onverminderd nodig

Het aandeel werknemers met burn-outklachten stijgt al jaren gestaag, en per 2014 sterker. Zorgen daarover in de Tweede Kamer brachten staatssecretaris Van Ark ertoe grondig onderzoek te laten doen naar de achtergronden. TNO deed dat, met een klankbordgroep voorgezeten door Prof. Schaufeli. Staatssecretaris Van ’t Wout stuurde het eindrapport van de 12 (!) TNO-onderzoekers aan de Tweede Kamer. De illustratie komt daaruit.

Combinatie van factoren

Het onderzoek omvat analyses op gegevens van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), nadere interviews met deelnemers daaraan met veel klachten, en interviews met sociale partners en een aantal werkgevers en leidinggevenden. Dit grotendeels vóór de coronacrisis. Burn-outklachten blijken voort te komen uit een combinatie van factoren in werk, persoon en maatschappij; zoals hoge taakeisen, matige steun van de leiding, een onbevredigende balans werk-privé, technologische ontwikkelingen, weinig werkzekerheid, veranderend werk. Risicosectoren zijn zorg, onderwijs, ICT en industrie. Geïnterviewde werknemers noemen ook diversiteit in en ‘stapeling’ van oorzaken. De zeer schaarse gegevens suggereren dat het aandeel burn-outklachten in Nederland internationaal gezien gelijk of lager is.

Sociale partners verdeeld

Bonden zien in de publieke sector burn-outklachten vanwege personeelstekort en verlaagde budgetten. Werkgeversorganisaties zien dit binnen meerdere sectoren. Verder maken sociale partners gewag van een verharde cultuur in werk en maatschappij, fusies en reorganisaties, ongewenst gedrag door derden en hoge verwachtingen vanuit de organisatie. De staatssecretaris schrijft in z’n brief:

“Wat betreft het voorkómen van klachten geven werknemersvertegenwoordigers verder aan dat de aanpak vooral gericht moet zijn op de organisatiekant, op de oorzaken in het werk. Werkgeversvertegenwoordigers zien vooral het individu als verantwoordelijke voor de signalering van klachten, waarbij er wel ruimte moet zijn om die klachten te bespreken in een veilige omgeving.”

Brede maatschappelijke samenwerking

“Een brede, programmatische en preventieve aanpak met verschillende partijen en vanuit verschillende domeinen is nodig.” Staatssecretaris Van ’t Wout schrijft omstandig over de brede maatschappelijke samenwerking die al door z’n ambtsvoorganger ingezet is om burn-outklachten terug te dringen. Partijen daarin zijn de ministeries van OCW en VWS, Inspectie SZW, sociale partners, OVAL en NVAB en kennisinstituten. Ook wijdt de bewindspersoon pagina’s aan bestaande initiatieven, zoals het Manifest “Aanpak werkstress: tijd voor actie!” van de Beroepsvereniging voor Arbeids- en Organisatiedeskundigen. Opbrengst is volgens de bewindspersoon dat partijen nu urgentie voelen om de krachten te bundelen. Van ’t Wout meldt verder: “Er is inmiddels met een kerngroep verdiept op de bestaande situatie … Het streven is om medio 2021 een plan van aanpak op te leveren. Daarnaast zal begin 2021 de mentale vitaliteit bij thuiswerken centraal staan in .. [een] .. traject met de SER.”

Per saldo ..

Het onderzoek levert geen wezenlijk nieuw inzicht. Sociale partners blijken het als altijd oneens over aard en aanpak van burn-outklachten. Kwaliteit op Maat had aangeraden hen te betrekken in de klankbordgroep. Vaak blijkt dat sociale partners, met meedenken over de feiten, stappen zetten naar een gespreksbasis en werkbare oplossingen: het Nederlands overlegmodel. Het KoM-pleidooi was vergeefs. Die gemiste kans doet er niet aan af dat we graag meewerken. We voelden allang urgentie om de krachten te bundelen.

Rapport TNO burn-outklachten

Nieuwsbericht KoM 6-2-20

Burn-outklachten:

ander onderzoek zet iets ander accent

Heeft de vakbeweging toch een punt?

Factoren die burn-outklachten in de hand werken, en aangrijpingspunten voor verbetering: liggen die vooral in het werk? Of vooral bij de persoon? Het is een aloud debat, centrale werkgevers- en werknemersorganisaties voeren het al jaren, zonder resultaat, zie het artikel hierboven. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid voegde een jaar geleden ‘maatschappelijke oorzaken’ zoals de digitalisering toe aan het discours.

Is er een samenhang tussen stijging in burn-outklachten sinds 2016 en economische groei? Onderzoekers van TNO publiceerden daarover 13 januari in Economisch Statistische Berichten. Opmerkelijk: drie van de vier waren coauteurs van het rapport dat staatssecretaris Van ’t Wout twee dagen eerder openbaarde.

De vier geven een nadere analyse van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van 2014 tot en met 2019. Ze gebruiken de statistische techniek mediatie-analyse, die gaat na of indirecte variabelen bijdragen aan een uitkomst. Ze komen  tot de volgende korte weergave van hun resultaten.

Samenhang met conjunctuur is dus niet hard aan te tonen. Ruim 60% van de ontwikkeling in burn-outklachten is vooralsnog onverklaard door deze gegevens.

Hebben de bonden een punt?

De auteurs schrijven verder: “De oorzaken gelegen in de persoon dragen vrijwel niet bij aan de verklaring van de stijging van burn-outklachten.” Kan de vakbeweging nu ‘evidence based’ betogen dat werkgevers het gelijk niet aan hun kant hebben? Dat is te kort door de bocht. Persoonskenmerken als ‘gebrek aan veerkracht’ en ‘weinig zelfvertrouwen in eigen kunnen’ blijken in ander onderzoek bij te dragen aan burn-outklachten, maar zijn in de NEA niet of nauwelijks onderwerp. Als het gaat om interventies ter voorkoming van uitval of bevordering van werkhervatting na uitval door burn-outklachten, noemen de onderzoekers zowel persoons- en werkgebonden factoren. Hun voorlaatste zin: zo’n “.. aanpak kan zijn gericht op het vergroten van de veerkracht of het zelfvertrouwen van werknemers, wellicht vooral als er in het werk sprake is van een hoge emotionele belasting.” Dat is tegen het zere been van de vakbeweging die dit labelt als ‘sleutelen aan de mensen in plaats van aan hun arbeidsomstandigheden’. De slotzin van de onderzoekers: “Overigens vragen oorzaken voor burn-outklachten, zoals geringe sociale steun van de leidinggevende, maar ook pestgedrag van collega’s en conflicten op het werk, nadrukkelijk om interventies gericht op de leidinggevende en de organisatie.” Dat ligt bij de werkgevers niet lekker.

Per saldo .. de arbosector

Het debat tussen centrale werkgevers- en werknemersorganisaties krijgt door dit onderzoek geen wezenlijk nieuwe input. Deze publicatie, en het door staatssecretaris Van ’t Wout gepubliceerde omvangrijke onderzoek, benadrukken vooral: de arbosector heeft een sleutelpositie.

I. Houtman e.a., Vooral emotioneel zwaar werk verklaart toename burn-outs, Economisch Statistische Berichten, 14 januari 2021.

Verenigingsnieuws

We vragen KoM-leden om alertheid voor informatie en coördinatie

Diverse leden van Kwaliteit op Maat nemen deel in werkgroepen e.d.. Het bestuur heeft de formele verantwoordelijkheid het een en ander te coördineren. In aanmerking nemend dat de deelname van leden en de inzet van bestuursleden ‘liefdewerk oud papier’ is, gaat het behoorlijk goed met de uitwisseling van informatie en afstemming van (in te nemen) standpunten in extern overleggen. We zijn blij dat mensen in externe werkverbanden Kwaliteit op Maat willen vertegenwoordigen, maar benadrukken nog eens het belang dat optreden namens KoM toestemming van het bestuur behoeft, en dat er terugkoppeling plaats vindt.

Verenigingsmanager

Het bestuur werkt er momenteel aan een systematischer overzicht van ‘wie doet wat waar’. Dit ook in verband met de komst van een verenigingsmanager, zoals besproken in de algemene ledenvergadering van 1 december jl.. Die zal de organisatie rond het ‘wie doet wat waar’ stroomlijnen.

De algemene ledenvergadering van 1 december 2020 

BEKIJK DE KOM-SITE

Werkgeversactie voor herstel na werk, en voor teamgeest en sfeer. Een aanvulling op het gangbare qua bevordering van leefstijl. Het RIVM en zusterinstituten in Italië en Finland deden literatuuronderzoek en interviews op de werkvloer in zes Europese landen: resultaat is een brede Toolkit voor werkgevers. Zie meer op de themapagina leefstijl van de KoM-site

Doe uw voordeel met onze website!

Op de site van de KoM vindt u vele pagina’s met documentatie en ontwikkelingen. Onder tabblad Service vindt u pagina’s waar KoM-leden hun voordeel mee doen, voor klanten en zich zelf.