16 juli 2020

Hoogtij voor binnenhofwatchers: de eerste een à twee weken van het zomerreces van de Tweede Kamer. Parlementair journalisten en Kamerleden pakken hun koffers of zijn al op vakantie. Bewindspersonen publiceren nog stukken. Soms zijn die alleen al belangwekkend omdat ze geen belangstelling moeten wekken. Zou minister Koolmees daarom een op zich neutraal ambtelijk document pas na twee weken aan de Tweede Kamer gestuurd hebben? De binnenhofwatcher van Kwaliteit op Maat deelt zijn waarnemingen met u in deze extra nieuwsbrief:

* Tegemoetkoming beroepsziekten: Van ’t Wout laat nog veel kwesties open – met risico’s

* Vervolg op ‘Borstlap’: tip van de sluier opgelicht – Varianten bij één jaar loondoorbetaling bij ziekte

* Verzuim in verband met corona: omstreden – ‘Piek ziekteverzuim zet ondernemers onder druk’

Tegemoetkoming beroepsziekten

Van ’t Wout laat nog veel kwesties open – met risico’s

SZW-staatssecretaris Bas van ’t Wout informeerde de Tweede Kamer over het kabinetsstandpunt inzake het ‘rapport Heerts’. Donderdag 9 juli installeerde de Koning hem, vrijdag vergaderde het kabinet, maandag de 13e stuurde hij de kabinetsbrief aan de Kamer. Zijn eerste beleidsdaad: een stap naar tegemoetkoming bij beroepsziekten door gevaarlijke stoffen.

“Het kabinet is enthousiast”

De Commissie Heerts adviseerde aan staatssecretaris Van Ark een gefixeerde tegemoetkoming bij zulke beroepsziekten. Van ’t Wout schrijft dat sociale partners dat zijns inziens steunen. “Het kabinet is enthousiast over het advies en gaat de komende periode samen met de betrokken stakeholders hiermee aan de slag.”

Een eerste actie die Van ’t Wout aankondigt betreft de kwestie van financiering. Hij neemt de gedachte over van de commissie: een opslag op werkgeverspremies voor sociale verzekeringen; het genoemde promillage neemt hij niet over. De financiële kwesties agendeert hij in “het augustusoverleg”. Dat is het kabinetsoverleg over de Rijksbegroting 2021 en verplichtingen daarna.

Verkenner infrastructuur

De commissie adviseerde aan het kabinet tot “.. oprichting van een onafhankelijke gezaghebbende en interdisciplinaire arbeids­geneeskundige organisatie voor stoffengerelateerde beroepsziekten, die bestaande kennis en expertise bundelt, kennisontwikkeling aanjaagt en ondersteuning biedt bij de primaire, secundaire en tertiaire preventie”. Van ’t Wout zal binnenkort een verkenner aanstellen. Diens taak is nader onderzoeken en uitwerking geven “.. om tot deze verbeterde infrastructuur te komen en hoe deze zo mogelijk binnen de bestaande structuur kan worden ingericht.” Na rapportage rond de jaarwisseling zal de staatssecretaris “.. tot nadere besluitvorming over de inrichting van deze versterkte infrastructuur overgaan.” De bewindspersoon benadrukt dat er al een aantal organisaties relevant werk doet, en dat het inrichten van een volledig nieuwe organisatie niet zijn eerste voorkeur heeft.

Operationeel in 2022

De Commissie Heerts ziet preventie bij gevaarlijke stoffen te kort schieten: de bestaande wettelijke bepalingen inzake stoffen worden matig nageleefd. Van ’t Wout beschrijft dat verbetering al aan de orde is in vele programma’s. Daarbij noemt hij – verrassend! – ook de Kwaliteitstafel bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. De bewindspersoon geeft een opsomming van nog minstens tien andere openstaande punten. Een issue is bijvoorbeeld de totstandkoming van de gewenste lijst gevaarlijke stoffen en medisch aannemelijke beroepsziekten daardoor. Maar hij laat het bij die opsomming – en benoemt het belang van draagvlak, haalbaarheid, uitvoerbaarheid, doeltreffendheid en doelmatigheid. Ook daartoe spreekt SZW met andere departementen, stakeholders en experts. “Gegeven de vele uitvoerings­vragen, kan een eventuele regeling niet eerder dan in de loop van 2022 operationeel zijn.”

Open kwesties en optimisme

De staatssecretaris wil liever geen volledig nieuwe organisatie. Met andere woorden, bestaande instellingen moeten in de startblokken als ze (samen?) de door Heerts aangeraden “.. onafhankelijke gezaghebbende .. organisatie ..” willen zijn.

Onder de vele andere open kwesties zijn de kosten. Van ’t Wout gaat voorbij aan Heerts’ raming, hij noemt zelf jaarlijks “4.500 potentiële beroepsziekteclaims”. Dat getal noemde staatssecretaris Van Ark in de instellingsbeschikking van de Commissie Heerts, zonder bronvermelding. Het zal waarschijnlijk leidend zijn in “het augustusoverleg”. Anderzijds is er nog geen duidelijkheid over de lijst beroepsziekten. Heerts wil daarvoor een “.. voordracht van een deskundige instelling”. Wat als het deskundig oordeel tot veel meer dan 4.500 uitkeringen leidt?

In de komende KoM-nieuwsbrief gaan we dieper in op betekenisvolle verschillen tussen Heerts’ voorstellen en Van ’t Wouts plannen, en witte plekken. Voor het moment is het belangrijk te constateren dat de nieuwe bewindspersoon op SZW enthousiast is, en optimistisch over het tijdpad: “.. een regeling .. in de loop van 2022 ..”. We zullen hem graag helpen bij de verantwoordelijkheid die hij op zich neemt: géén teleurstelling in de loop van 2022 voor getroffenen door beroepsziekten.

Brief staatssecretaris Van ’t Wout:

https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/kamerstukken/2020/07/13/kabinetsreactie-op-het-advies-van-de-commissie-vergemakkelijking-schadeafhandeling-beroepsziekten

Eerdere nieuwsbrieven van Kwaliteit op Maat over de Commissie-Heerts verschenen 25 mei en 8 juni; zie https://vkom.nl/?page_id=3572 . Een omstandig artikel verscheen 23 mei op de KoM-site, https://vkom.nl/?p=3762

Instelling Commissie Heerts, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-35929.html

Vervolg op ‘Borstlap’: tip van de sluier opgelicht

Varianten bij één jaar loondoorbetaling bij ziekte

Het document was 1 juli klaar, op 15 juli stuurt minister Koolmees het aan de Tweede Kamer: ambtelijk uitgewerkte technische beleidsvarianten, direct volgend uit met name het eindadvies van ‘De Commissie Borstlap’ over de toekomst van de arbeidsmarkt. De bewindspersoon benadrukt een en andermaal dat de 39 beleidsvarianten resultaat zijn van een uitsluitend ámbtelijk proces. “De opties in deze bundel bevatten nadrukkelijk geen oordeel over de [politieke] wenselijkheid van de opgenomen maatregelen.” UWV, de Inspectie SZW, VNG, de Raad voor de Rechtspraak en de Raad voor de Rechtsbijstand hebben meegelezen en een voorlopige inschatting kunnen geven van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid; alleen de Belastingdienst kwam daar niet aan toe. Koolmees meldt “na de zomer” te komen met de kabinetsreactie op ‘Borstlap’ en het WRR-rapport ‘Het betere werk’.

Omstreden kwesties

De ambtenaren beschrijven neutraal de plus- en minpunten en ingeschatte kosten van varianten. De eerste van de reeks betreft “Vereenvoudigen voor werkgever om functie, arbeidsplaats en arbeidstijd te wijzigen bij bedrijfseconomische redenen”. Het doel – ook zo genoemd door ‘Borstlap’ – heet het vaste contract aantrekkelijker te maken voor de werkgever. De droge ambtelijke tekst, “Dit zal leiden tot meer geschillen”, verhult dat de bonden zich hier al eerder fel tegen verzetten. De tekst is hier wel heel erg apolitiek: geen (zittend / startend) kabinet kan zich (in zijn nadagen / eerste dagen) een vol Malieveld veroorloven.

Een jaar loondoorbetaling

De varianten 32 en 33 betreffen de loondoorbetaling en re-integratie. Voor de goede orde: twee jaar loondoorbetaling komt hier niet aan de orde, dat is immers staand beleid, het succes ervan wordt niet benoemd.

De ambtenaren beschrijven de modaliteiten en effecten van één jaar loondoorbetaling. De vaste lezer van deze nieuwsbrief ziet in variant 33 niets nieuws, ook niet in de hogere collectieve lasten van 800 miljoen, of in het grotere beslag op capaciteit van UWV.

Relevant: opzegverbod kan op twee jaar blijven

Nooit eerder echter verscheen een variant waarbij één jaar loondoorbetaling samen gaat met behoud van het opzegverbod tijdens ziekte gedurende twee jaar. De ambtelijke omschrijving van variant 32 luidt: “In het tweede jaar is er geen verplichting tot loondoorbetaling. Er is ook nog geen aanspraak op de WIA. Daarom moet er – vergelijkbaar met de ZW – een uitkeringsrecht voor de zieke in het tweede ziektejaar komen. Vanaf het tweede jaar neemt UWV alle re-integratieverantwoordelijkheden (inclusief reeds lopende trajecten) over van de werkgever. Werknemer kan binnen 2 jaar altijd terugkeren naar bedongen dan wel passende arbeid bij de werkgever. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om voor dit uitkeringsrecht eigenrisicodrager te worden.” Na een jaar toetst UWV op de re-integratie inspanningen en op toelating tot uitkering in het tweede ziektejaar. De collectieve lasten stijgen dan met ‘slechts’ 600 miljoen.

Het bezwaar hiertegen, het beslag op capaciteit van UWV, is flink te verminderen. De bedrijfsarts of arbodienst kan in het tweede jaar de verzuimbegeleiding voortzetten, wellicht gefinancierd uit het collectieve potje. Dat sluit aan op eerdere discussies onder arboprofessionals.

● Toenmalig NVAB-directeur Kees van Vliet zei in februari over ‘Borstlap’: De beroepsgroep is “.. niet bij voorbaat positief over een voorstel om de verplichte loondoorbetaling te verkorten naar één jaar. .. Voor alle duidelijkheid: we zeggen niet op voorhand dat het onmogelijk of onverstandig is. Wel dat het cruciaal is om in een eventuele nieuwe opzet de deskundige medische begeleiding te blijven waarborgen.”

● De Algemene Leden Vergadering van Kwaliteit op Maat stelde in juni over één of twee jaar loondoorbetaling: “Vermijd gekibbel, stel kwaliteit en continuïteit van ziekteverzuimbegeleiding centraal.”

● Diverse bedrijfsartsen zien als risico van één jaar loondoorbetaling dat o.a. kanker- en PTSS-patiënten merendeels in het tweede jaar re-integreren, vooral in eigen werk. Het ‘terugkeerrecht’ is voor deze mensen wezenlijk, een plek bij een andere werkgever is vrijwel uitgesloten.

Perspectief

Het laatste – gezondheidskundig belangrijke – punt ontbreekt in de ambtelijke overwegingen. Het is denkbaar dat de financiële raming hiermee gunstiger uitkomt. In enkele andere landen dan Nederland kan de keuring voor langdurige arbeidsongeschiktheid uitgesteld worden bij vooruitzicht op herstel. De aanvankelijke sociaal medische begeleiding blijft ongewijzigd. Dit is precies de minder ‘harde’ overgang van werk naar niet-werk waar Kwaliteit op Maat voorstander van is.

De ‘technische beleidsvarianten’ https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/rapporten/2020/07/01/technische-beleidsvarianten-ter-verdere-invulling-van-het-advies-van-de-commissie-regulering-van-werk

Het document bevat nog andere interessante varianten. Die vindt u aan het eind van het nieuwsbericht op de site van Kwaliteit op Maat.

Verzuim in verband met corona: omstreden

‘Piek ziekteverzuim zet ondernemers onder druk’

De Telegraaf kopte dit op 8 mei, VVD-kamerlid Tielen stelde schriftelijke vragen aan minister Koolmees: moeten werkgevers het zich maar laten welgevallen, allerlei ziekmeldingen vanwege (dreiging of vermoeden van) corona bij werknemers of huisgenoten? Met risico van hogere premies voor werkgevers? Enkele van haar indringende formuleringen:

“Deelt u de mening dat het van groot belang is dat werkgevers, bedrijfsartsen en werknemers heldere afspraken maken over alternatieve oplossingen voor het niet kunnen werken in deze coronatijd, als er geen ziekte is?”

“In hoeverre zijn er afspraken met sociale partners en de verzekeraars om tot heldere richtlijnen – met betrekking tot werken en gezondheid in relatie tot corona – te komen?”

“.. bent u bereid met verzekeraars en werkgeversorganisaties in gesprek te gaan ..”?

Mw. Tielen is nog geen drie jaar kamerlid, meldt Wikipedia. Ze was eerder onder meer directeur van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen.

Moeiteloos antwoord

De minister antwoordde 15 juli, ongebruikelijk laat, zeker gezien het grootste deel van zijn teksten: er zijn geen harde data, hij heeft TNO opgedragen daarvoor te zorgen in najaar 2020, zaken zijn verantwoordelijkheid van sectoren zelf, kwesties vergen goed overleg en inschakelen van arbodiensten en bedrijfsartsen, verzuimverzekeringen gaan niet altijd omhoog. Het zijn de gebruikelijke bezweringen. Nieuw is alleen de verwijzing naar de maatregelen om werkgevers te compenseren zoals de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Mw. Tielen kan er nauwelijks tevreden mee zijn, maar evenmin weerwoord geven.

Addertje onder het gras van Koolmees’ antwoord

Toch kan het kamerlid wel enige knopen tellen. De minister geeft geen reactie op haar vragen naar heldere afspraken en richtlijnen overeengekomen tussen álle betrokken partijen. Daaraan heeft het de afgelopen periode ontbroken. Koolmees bevestigt dat min of meer met zijn slotwoorden. Hij vindt “.. het belangrijk om te benoemen dat niet iedereen die vanwege de RIVM-richtlijnen thuis moet blijven daadwerkelijk ziek is en daardoor niet kan werken. Ik hoop dat werkgevers en werknemers daar samen afspraken over maken zodat werknemers zoveel als mogelijk vanuit huis kunnen werken.” Dat laat onduidelijkheid over (verzekerde) loondoorbetaling wanneer thuiswerk niet mogelijk is. Mw. Tielen gaf een raak schot voor de boeg: ze maant de minister tot duidelijkheid bij een nieuwe verzuimstijging in verband met corona.

https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/kamerstukken/2020/07/15/beantwoording-kamervragen-piek-ziekteverzuim-zet-ondernemers-voor-het-blok