Extra uitgave 24 januari 2020  // Noteer ook alvast: het KoMgres vindt plaats op 7 april, 10 tot 18 uur, centrum van het land.  Een inspirerende en niet te missen bijeenkomst. Een reis naar de toekomst. KoM en neem je relaties mee!

Rapport geeft spannende punten voor de arbosector

 

Loondoorbetaling bij ziekte naar één jaar, geen plicht tot re-integratie in het ‘tweede spoor’, één basis ao-verzekering voor alle werkenden. Dat zijn enkele hoofdpunten van de Commissie Regulering van Werk in haar eindrapport: “In wat voor land willen wij werken?”. De arbeidsmarkt van de toekomst is voor haar een weg met uitsluitend drie rijbanen:

● de arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd tussen werkgever en werknemer

● uitzendwerk, via een beroepsmatig uitzender, met een maximumtermijn bij éénzelfde inlener

● het zzp-schap, met geen of nauwelijks fiscale bevoordeling ten opzichte van werknemers.

Wendbaar in plaats van flexibel

Bij de presentatie op 23 januari beklemtoonde commissievoorzitter Borstlap zijn doorn in het oog: de grote flexibele schil in Nederland, die nadelig uitwerkt voor mensen in een zwakke arbeidsmarktpositie, met een (dreigende) tweedeling in de samenleving ten gevolge. De arbeidsregelgeving dateert van 100 jaar geleden en werkt dit nu in de hand. De commissie wil dat werkgevers in plaats van het huidige extern flexibiliseren, streven naar interne wendbaarheid. Voor werknemers geldt nu de Wet flexibel werken, het kunnen veranderen van het aantal arbeidsuren e.d. zoals voor zorgtaken. Naar analogie daarvan zouden werkgevers de mogelijkheid moeten krijgen arbeidsomvang en salaris (tot een bepaald percentage) te veranderen, maar ook functie, werklocatie en arbeidstijden. “De werkgever krijgt de mogelijkheid deze arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen indien bedrijfseconomische omstandigheden daartoe aanleiding geven.” Dit op basis van heldere, toegankelijke wettelijke criteria en wellicht nadere regeling bij cao of medezeggenschap.

Schuurpapier

Borstlap gaf aan dat veel in zijn hoofdstuk 5, Bouwstenen voor komende kabinetsperiode(n), zal aanvoelen als schuurpapier. Het gaat hem echter om – in samenhang te bediscussiëren – denkrichtingen, grote lijnen. Met hem bepleitten anderen tegen strijd vanuit schuttersputjes over concrete voorbeelden of formuleringen.

Loondoorbetaling: zorgpunten

We concentreren ons verder op punten van relevantie voor de arbosector. Dan springt als eerste in het oog de loondoorbetaling bij ziekte. Die plicht gold voor een jaar sinds 1996, en voor twee jaar sinds 2004. Evaluaties in 2006 wezen op groot succes, net als het stabiele verzuim sindsdien à ± 4% (tot 2018). ‘Het tweede jaar’ loondoorbetaling raakte binnen enkele jaren steeds meer omstreden. Diverse verkiezingsprogramma’s in 2012 pleitten tegen loondoorbetaling of voor hoogstens een jaar. De verplichting heette werkgevers af te houden van bieden van vaste contracten. In haar tussenrapport leek de commissie geen oog te hebben voor het belang dat de werkgever bij ziekte van z’n werknemer de regie behoudt. Zo bezien is het een pluspunt dat de commissie nu pleit voor één jaar loondoorbetaling, in plaats van afschaffen of verplicht collectief verzekeren waar soms politieke meerderheden voor leken.

Anderzijds geldt dat dit grote zorgpunten geeft voor het georganiseerd bedrijfsleven en de arbosector. De prikkel voor werkgevers om zich in te zetten voor re-integratie wordt meer dan evenredig minder. Een Poortwachtertoets na één jaar is minder onderbouwd en dus meer omstreden en voor bezwaar vatbaar. Het risico van het tweede jaar is voor mkb-werkgevers nu voor een klein bedrag verzekerbaar, de optie voor terugkeer in werk blijft daarmee open. Inmiddels is er ook de ervaring in de bedrijfsgezondheidszorg dat kanker- en PTSS-patiënten merendeels re-integreren in vooral eigen werk, meestal in het tweede jaar. De continuïteit in begeleiding is voor deze mensen een groot goed. Voor anderen die ‘het eerste jaar passeren’ kan verandering in begeleiding gezondheidsnadeel met zich brengen.

Ongetwijfeld brengt de maatregel een grotere instroom in de arbeidsongeschiktheids-regelingen. Dit terwijl de Commissie juist zelf opmerkt dat het breed gewenste weer (meer) gaan werken voor eenmaal arbeidsongeschikten extra moeilijk is.

Tweede spoor niet meer verplicht

De commissie geeft in overweging om re-integratieverplichtingen ook te verlichten door beperking tot ‘het eerste spoor’. Als er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn of te creëren zijn binnen het eigen bedrijf zou het dienstverband kunnen worden beëindigd, aldus de commissie.

Dit opent de mogelijkheid dat loondoorbetaling in het mkb vaak korter zal zijn dan één jaar: een ondergraven van de kern van loondoorbetaling. Die draait om behoud van de band van werkgever en moeizaam belastbare werknemer. De instroom vanuit mkb-werkgevers naar de WIA is nu ruim twee keer gunstiger dan vanuit het grootbedrijf. Dat kan zomaar omslaan, óf de instroom vanuit mkb naar werkloosheidsregelingen neemt toe.

Eén arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden vraagt nog veel uitwerking

Bij het Pensioenakkoord van juni 2019 is een in beginsel verplichte ao-verzekering voor zzp’ers afgesproken. In diezelfde maand bepleitte de commissie Borstlap één fundament voor álle werkenden. Nu is het pleidooi één verzekering voor werknemers en zelfstandigen. Dit om wisselen van rijbaan op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. De uitkering zal op minimumbestaansniveau zijn. Voor werknemers is er een verplichte aanvullende verzekering, voor zzp’ers keuzevrijheid.

Naar analogie van het werknemersstelsel ziet de commissie een wachttijd van een jaar voor zelfstandigen.

Wij zien dan de noodzaak van definitie van de eerste ziektedag en verduidelijking van wat er daarna moet gebeuren. Dat wordt een flinke puzzel. Met een rol voor de arbosector?

Een alliantie om dit verder uit te werken?

De commissie acht haar werk gedaan, ze trekt zich terug, maar ziet nog veel uitwerking nodig. Ze hoopt op een alliantie van alle betrokkenen die dat samen ter hand nemen. Minister Koolmees zei de regie wel te willen nemen, het kabinet zal uiterlijk 1 april een standpunt uitbrengen. Ervaren polderwatchers zagen deze middag breuklijnen, de allerhoogsten van de polder schitterden door afwezigheid of publiek zwijgen.

In het debat kwam een voorbeeldvraag op. De werknemer die de helft minder uren en loon van z’n werkgever krijgt, komt die in aanmerking voor de helft minder hypotheekbetaling? Een werkgeversvertegenwoordiger zei dat de beoogde soepeler regels zo’n voorbeeld irreëel maken. FNV-bestuurder Boufangacha zei van de 100 jaar geleden bevochten inkomenszekerheid niets op te zullen geven. Dit is een voorbeeld van hoe discussie over voorbeelden brede open discussie belemmert. Wij van de KoM, we gaan ons inzetten voor zo’n discussie!

Externe link naar Commissie, rapport, 3 minuten video van hoofdpunten:

https://www.reguleringvanwerk.nl/actueel/nieuws/2020/01/23/index

=================================================================

Fijn weekend!

Het KoM-bestuur