Geplaatst op 04-06-2025
- Categorie: Algemeen
SER-advies tussen ‘niks nieuws’ en ‘fundamenteel herzien’
Medio 2021 vroeg toenmalig minister Karien van Gennip advies aan de Sociaal-Economische Raad (SER, bestaande uit werkgevers, werknemers en zogeheten kroonleden-deskundigen). De SER adviseerde deels in 2023 en deels eind mei 2025. Maar dat blijkt nog niet alles. In 2026 adviseert ze over “mogelijkheden voor een fundamentele herziening van het stelsel”.
Van Gennips ministerie had in 2021 (in een proces van zo’n twee jaar) een concept “Arbovisie 2040” opgesteld. Ze vroeg de visie van de SER, zoals op het punt van de verdeling van verantwoordelijkheid tussen overheid en sociale partners. Ze wilde dat advies graag op 1 december 2021 ontvangen.
In mei 2023 kwam de SER met een eerste deel van een advies. En ze kondigde een tweede deel aan, specifiek over de arbeidsgerelateerde zorg. Dat is nu eind mei 2025 verschenen, met een brede scope.
Mogelijkheden fundamentele herziening bekeken in 2026
Het huidige advies bespreekt een veelheid van ontwikkelingen die arbeidsomstandigheden beïnvloeden. Ontwikkelingen die steeds sneller en indringender gevolgen hebben voor preventie en arbozorg. De Raad had in haar werkplanning 2024 – 2026 al ruimte gemaakt om die consequenties te bezien. De slotzin van het nu voorliggende deeladvies luidt: “De SER wenst in een vervolgadvies [mogelijk in 2026] mee te nemen hoe het stelsel toekomstbestendig kan worden gemaakt met het oog op preventie. Hierbij zal ook worden gekeken naar de mogelijkheden voor een fundamentele herziening van het stelsel, binnen de bredere wettelijke context.”

Regels effectiever en beter uitvoerbaar maken
Het huidige deeladvies wordt voorafgegaan door een voorwoord van SER-voorzitter Kim Putters. Twee citaten daaruit lijken wezenlijk.
- Hij benoemt waartoe kankerverwekkende stoffen en uv-straling op het werk leiden: jaarlijks zo’n 7.000 nieuwe gevallen van kanker onder werkenden. Hij schrijft: “Dit onderstreept de noodzaak van een koerswijziging. Deze aantallen moeten naar beneden (zero death). Om dat te bereiken .. moeten we bestaande regels beter naleven en onderzoeken hoe we die effectiever en beter uitvoerbaar maken, vooral voor het midden- en kleinbedrijf. De winst van preventie is groot voor werkenden, werkgevers én voor de samenleving als geheel. Maar dan moeten we het wel slimmer met elkaar organiseren.”
- Verder schrijft Putters: “Zeker in deze tijd van transitie is het van belang dat de overheid de regie neemt – onder meer door effectieve handhaving en naleefbare regels – zodat bedrijven hun rol kunnen pakken.”
KoM-kanttekening
Het pleidooi voor effectiever regels, beter toepasbaar door het mkb, is niet nieuw. De afgelopen twintig jaar zijn er in dat verband diverse acties in gang gezet of geïntensiveerd. Steekwoorden zijn Steunpunt-RI&E, arbocatalogi en cao-afspraken. Die termen ontbreken in dit deeladvies.
Enkele keren worden branche-arbo-instellingen in de bouw en agrarische sectoren ten voorbeeld gesteld. De tekst bevat geen nieuw voornemen van sociale partners hierover, wel een algemeen geformuleerde aanbeveling aan de overheid om deze te stimuleren en deels te financieren. Ook dat is nauwelijks nieuw te noemen, hetzelfde pleidooi klinkt al een kwart eeuw.
Putters pleidooi voor regie nemen door de overheid lijkt loos bij ontbreken van initiatieven van stakeholders.
KoM-nieuwsvoorziening
De KoM-nieuwsbrief en de KoM-site zullen de komende weken regelmatig artikelen bevatten over onderdelen van dit deeladvies. Onderwerpen bijvoorbeeld:
- Wat bedoelen partijen in de SER met het noemen van de wenselijkheid van evalueren van de maatwerkregeling?
- “De SER adviseert het ministerie van SZW het instrument RI&E te evalueren en indien nodig aan te passen”. Denkt de Raad hiermee nieuw opgekomen kritiek (Kamermoties voor deels afschaffen van de RI&E) voldoende te pareren?
- Waaraan denkt de SER bij het bepleiten van “.. een alternatieve benadering van collectieve arbozorg [voor] specifieke, veelvoorkomende arbeidsgerelateerde aandoeningen.”?
- “Voeg ergonomen toe aan de kerndeskundigen”, stelt de SER. Hoe verhoudt zich dat tot de kritiek op overbeladen arbodienstverlening?
- De SER stelt dat kerndeskundigen meer in staat moeten worden gesteld “.. gecombineerde opleidingen te volgen en de verschillende deskundigheden te bundelen, zodat meer RI&E’s kunnen worden getoetst en kosten van toetsing kunnen worden beperkt.” Hebben de beroepsverenigingen daar al een opvatting over?
- “Verbeter de aansluiting tussen de bedrijfsgezondheidszorg en de reguliere zorg”, de SER herhaalt deze mantra. Ze voegt echter iets nieuws toe: “Onderzoek de introductie van een ‘diagnose-behandelcombinatie’ (DBC) voor specialistische zorg in ziekenhuizen gerelateerd aan arbeid. Deze DBC’s kunnen deels worden geopend door de bedrijfsarts .. Een betaaltitel stimuleert de samenwerking.” Een realistische gedachte?
- De Raad bepleit ook onderzoek “naar alternatieve financieringswijzen van de arbeidsgerelateerde zorg. Een onafhankelijke positie van de bedrijfsarts richting alle partijen is van groot belang”. Duidt dit op hervatten van de (vakbonds)discussie over vermeende afhankelijkheid van de bedrijfsarts van de werkgever? Zo nee, wat betekent dit voor de regie van de werkgever over ziekteverzuim? De volgende zin in de SER-tekst luidt: “Mogelijk houdt dit in dat er meer afstand moet komen tussen de arbeidsgerelateerde zorg en de werkgever.”
KoM-suggesties om te lezen
Het SER-document omvat ruim honderd pagina’s. Wilt u niet wachten op komende artikelen van de KoM-redactie? U kunt zich als volgt oriënteren.
- Aan het eind van dit artikel vindt u een uitsnede uit het SER-advies, het overzicht van alle aanbevelingen.
- Interessant is bijlage 3 op blz. 89: “Kosten en baten van preventie voor arbeidsomstandigheden”. Het aloude probleem, de werkgever vindt z’n investeringen in gezond en veilig werk niet (genoeg) terug in z’n winst, wordt niet opgelost in deze vijf pagina’s. De SER wil opnieuw onderzoek daarnaar, maar bepleit ook een nieuwe insteek: kijken naar kosten en baten die “op indirecte wijze toch weer terugkomen bij de ondernemer”.
- Hoogst interessant in het advies is bijlage 4, blz. 96. Een “Overzichtstabel arbeidsgerelateerde risico’s” omvat meer dan deze titel suggereert. De tabel van zeven pagina’s lengte bevat drie kolommen:
-
- categorieën arbeidsgerelateerde risico’s*;
- daarbij behorende beschrijving van de impact toekomstige ontwikkelingen, sterk gebaseerd op de RIVM/TNO-toekomstverkenning (2022);
- voorbeelden beleidsinzet richting 2040.
* Deze betreffen veiligheidsrisico's, fysieke risico's, chemische risico's, biologische agentia risico's, overige omgevingsrisico's, en risico’s door psychosociale arbeidsbelasting.
Het SER-advies.
De SER-aanbevelingen:

Inmiddels zijn er reacties; zie de KoM-site.