Oproep tot medewerking
“Een innovatieve aanpak om stress te verminderen en de veerkracht van werknemers en organisaties te vergroten.” Dat is het doel van het programma DeStress. De Nationale Wetenschapsagenda trekt er bijna elf miljoen euro voor uit gedurende de looptijd van acht jaar. Projectleider is hoogleraar psychiatrie Christiaan Vinkers. Sinds de start in najaar 2024 investeert het project volop in informatie aan en betrekken van ‘het veld’, met moderner middelen dan de traditionele nieuwsbrief. De alweer zesde digitale Update – van mei 2025 – linkt naar video’s waarmee u zich snel op de hoogte kunt stellen.

• In zo’n video is er aandacht hoe de te ontwikkelen DeStress-oplossing wordt ontwikkeld en geïmplementeerd. Heidelbergs hoogleraar Stefan Listl benadrukt hoe belangrijk het is de diverse werkculturen van organisaties in het oog te houden. Christiaan Vinkers hoopt dat de DeStress-oplossing de gouden standaard van Nederland wordt. Klik hier voor de video. 
• In een video van net een minuut komt Teus Kappen aan het woord. Hij is anesthesioloog in het UMC Utrecht én werkt voor de IT-afdeling. Zijn doel: slimme technologie inzet om stress op de werkvloer écht aan te pakken. Klik hier voor de video. 

DeStress doet oproep tot medewerking
Die oproep delen we graag hier.
“Herken jij zelf signalen van werkstress – bij jezelf of bij collega’s? Jouw ervaring kan het verschil maken in het eerder signaleren van stress én het voorkomen van uitval op de werkvloer. Belangrijke vragen zijn:

• Wat werkt wél (en wat niet)?
• Wat mag een werkgever weten?
• Hoeveel data zou je willen delen?
• Wat is er nog meer nodig om stress écht op tijd te zien?

Daarom zoeken we deelnemers voor focussessies en interviews:
📅 Werknemers focusgroep – maandag 23 juni | 15:00–17:00 | Nieuwegein
📅 Leidinggevenden focusgroep – woensdag 25 juni | 15:00–17:00 | Schiphol
Of kies voor een 1-op-1 interview (op een locatie naar keuze) als je liever individueel je verhaal deelt.
Wil je meedoen en als dank een mooie cadeaubon ontvangen? Stuur een mail naar onderzoekster Lily Anzion.