Wia-uitvoering lijkt in te storten
Het kwam uitgebreid in het nieuws: het verder oplopen van wachtlijsten voor WIA-claimbeoordelingen. Minister Van Hijum geeft in een brief aan de Tweede Kamer de verwachting op langere termijn weer. U ziet het in de illustratie.
‘WIA-uitvoering implodeert’
Onder deze kop reageert verzekeringsarts Jim Faas op LinkedIn. “Je krijgt de indruk dat iedereen, de minister incluis deze catastrofe inmiddels als een soort natuurramp beleeft”. Faas wijst op het bestaan van praktische oplossingen, zoals het initiatief van Kwaliteit op Maat voor een triage bij de aanvraag; die maakt capaciteit beschikbaar voor die gevallen waar een uitgebreide beoordeling door UWV meerwaarde heeft.

‘Aap uit de mouw’
Faas leest dat UWV alarm slaat over het moeten afstoten van zzp-verzekeringsartsen. Deze blijken twee keer zo productief als de eigen artsen. Dat ondanks al lang lopende acties voor taakdelegatie en andere opbrengstverhoging. Faas concludeert dat UWV “impliciet toegeeft intern niet in control te zijn op de productiviteit van de eigen artsen (en dat dit al jaren zo is)”.

Voorgenomen maatregelen: RIV-toets zonder verzekeringsarts 
De brief van de minister verwijst naar een aantal lopende acties, waaronder het zogeheten praktisch beoordelen en herinvoering van de 60-plus-maatregel. Ook gaat Van Hijum werken aan een wetsvoorstel waarbij het oordeel van de bedrijfsarts ‘leidend’ wordt bij de toets op het re-integratieverslag bij de WIA-aanvraag. Dit neemt voor werkgevers strijdigheid van oordelen van de bedrijfs- en verzekeringsartsen weg, en het geeft een kleine verlichting van werkdruk bij UWV. Hij verwacht dit in te dienen vóór de zomer van 2026.

KoMmentaar

• De twaalf pagina’s van de minister lijken ambivalent. Het wordt niet helder of hij wel of niet zal inzetten op “structurele hervormingen”. Er is geen vermoeden van duidelijkheid over het wat en wanneer van opbrengst daarvan. Bijvoorbeeld: de variant waarin WIA-claimbeoordeling plaats vindt zeven jaar na eerste ziektedag. Een wetsvoorstel daartoe zou moeten bevatten dat het geldt voor wie de eerste ziektedag heeft na inwerkingtreding van de wet. Met andere woorden: er is soelaas zeg negen jaar na nu.
• Een eerder wetsvoorstel “bedrijfsarts leidend bij RIV-toets” werd door toenmalig minister van Gennip ingetrokken, onder druk van de vakbeweging. Die ziet de verzekeringsarts als onafhankelijk, anders dan de door de werkgever betaalde bedrijfsarts. Van Hijum neemt een groot risico door nu weer met dit voorstel te komen, met dezelfde ongelukkige framing.

Meer hierover in de KoM-nieuwsbrief van woensdag 25 juni. KoM-leden krijgen die gemaild.

De brief van de minister.