‘Een mens is meer dan zijn ziekte en werk speelt een belangrijke rol voor zijn welbevinden. Ik zou het zelf ook erg vinden als ik door ziekte mijn werk niet of niet goed meer zou kunnen doen.’ Aan het woord is Faruk Koca (27) arts in opleiding tot bedrijfsarts bij arbodienst Masters in Vitaliteit. In dit interview vertelt hij waarom hij koos voor het vak van bedrijfsarts en over zijn keuze voor Masters in Vitaliteit. De KoM-siteredactie neemt dit 7-4-23 over van de site van Masters in Vitaliteit.
‘Tijdens mijn studie was mij al opgevallen dat er in de opleiding tot arts relatief weinig aandacht is voor de verschillende vakgebieden binnen de sociale geneeskunde. En toen ik eenmaal co-schappen ging lopen in het ziekenhuis, merkte ik gaandeweg dat niet zozeer de patiënt centraal stond, maar vooral de ziekte. In mijn optiek staat ziek-zijn centraal en niet de ziekte, en moet je breder kijken dan alleen het medische stukje. De mens in zijn geheel dreigt daardoor uit beeld te raken en het is nu juist datgene wat mij zo aanspreekt.’
Meelopen bij arbodiensten
‘Ik voelde me aangetrokken tot de bedrijfsgeneeskunde omdat ik werk als iets waardevols zie en de meeste werknemers voelen dat ook zo. Werk kan veel voldoening geven en bijdragen aan het welbevinden van mensen. Ikzelf zou me ook niet fijn voelen als ik niet zou kunnen werken als gevolg van ziekte. Dit triggerde me om te gaan meelopen in de bedrijfsgeneeskunde. Ik heb toen bij verschillende arbodiensten, zowel grote als kleine, kunnen proeven van het vak en werd steeds enthousiaster.’
Faruk vertelt: ‘Veel mensen hebben een beperkt beeld van het werk van een bedrijfsarts, het is veel afwisselender dan je zou denken. Het is meer dan een zieke medewerker zien en bevestigen dat deze niet of minder belastbaar is. Je ziet veel verschillende mensen met diverse casuïstiek – soms zelf hele zeldzame aandoeningen – in je spreekkamer. En niet alleen heeft elke aandoening andere gevolgen, maar ook de manier waarop de werknemer daarmee omgaat, verschilt. Je kijkt dus ook naar welke persoon heb ik voor me, en wat voor werk doet iemand?’
Bedrijfsarts moet goed kunnen luisteren
‘Zo is bij mentale klachten bijvoorbeeld de werkperceptie heel belangrijk , maar ook hoe belastend de thuissituatie is; er kunnen allerlei factoren van invloed zijn op de terugkeer naar werk,’ vervolgt Faruk. ‘Je moet degene die je voor je hebt, dus goed leren kennen en daarbij is het winnen van vertrouwen heel belangrijk. Goed kunnen luisteren is een van de vaardigheden die je absoluut moet hebben als bedrijfsarts.’
Wat is nog meer belangrijk voor een bedrijfsarts? ‘Samenwerken, om te beginnen,’ aldus Faruk, ‘Je hebt immers contact met veel andere partijen, niet alleen met de werkgever en beleidsmakers, maar ook met medische specialisten, mensen die jou kunnen assisteren zoals de bedrijfsmaatschappelijk werker, of andere arbodeskundigen. Verder moet een bedrijfsarts goed kunnen communiceren, initiatief durven nemen, en toegankelijk zijn. Het ontwikkelen van een professionele houding is belangrijk want als bedrijfsarts moet je ook goed grenzen kunnen stellen. ’
Masters in Vitaliteit als opleider
‘Bij Masters in Vitaliteit hechten ze veel waarde aan de ontwikkeling van deze vaardigheden. Het is een arbodienst die zich nadrukkelijk als opleider van bedrijfsartsen profileert. Ook vinden ze het belangrijk jonge artsen te interesseren en te werven voor het vak. Aantrekkelijk is dat je op locatie werkt bij de klanten. In mijn geval onder meer bij een tweetal ziekenhuizen. Ik ben bekend met de problemen in de zorg en begrijp dus ook waar medewerkers mee komen.’
Een prettige werksfeer en een goede werkprivébalans zijn voor Faruk belangrijk: ‘Door de familiale sfeer en het laagdrempelig contact is het hier prettig werken. Ik krijg veel vertrouwen en dat maakt dat je vragen durft te stellen en je kwetsbaar op durft te stellen. Iedereen maakt weleens een fout en het is fijn als je dan opgevangen wordt. Als bedrijfsarts heb je ook de rol van adviseur en ik word hier aangemoedigd om die te ontwikkelen. Zo kun je eventuele problematiek vroegtijdig signaleren en de werkgever of beleidsmaker hierop wijzen, zodat die preventieve maatregelen kan nemen. Ook dit hoort bij je taken. Tenslotte kun je door preventie veel verzuim voorkomen en mensen meer werkplezier bezorgen. Dat is toch waar we het voor doen.’