Aanbevelingen niet zomaar doenlijk, openstaande vragen

In 2012 verscheen een evaluatie van de arbowetswijziging vijf jaar voordien. Staatssecretaris De Krom toonde zich tevreden, maar zette een aloud knelpunt opnieuw op de politieke agenda: het schadeverhaal na een arbeidsongeval of beroepsziekte, de juridische en persoonlijke lijdensweg van getroffen werknemers. Hij had voorkeur voor een oplossing door sociale partners, bij cao. Er lijkt nu eindelijk een doorbraak(je) te komen: een snelle tegemoetkoming, zonder ingewikkelde rechterlijke procedures, voor beroepsziekten door gevaarlijke stoffen.

“Stof tot nadenken / stap vooruit, maak werk van preventie en erkenning”

Dat is de opmerkelijk lange titel van het rapport van de Commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten. Staatssecretaris Van Ark stelde deze CVSB een jaar geleden in naar aanleiding van ‘Chroom-6’. Voorzitter Heerts (foto), burgemeester van Apeldoorn, eerder FNV-voorzitter en PvdA-kamerlid, schrijft in het voorwoord: “De politieke en maatschappelijke context .. stelt nauwe grenzen .. De commissie komt daarom met oplossingen, die zich op korte termijn laten realiseren. In lijn met de opdracht zijn oplossingen om erkenning te krijgen beperkt tot werkenden die lijden aan een ernstige beroepsziekte die het gevolg is van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.” In essentie is het advies aan de politiek: een gefixeerde tegemoetkoming per ernstig geval van een medisch aannemelijke beroepsziekte door gevaarlijke stoffen. De overheid en werkgevers (via een opslag op de sociale premies) vullen een fonds voor de uitkeringen. Die worden toegekend op advies van een deskundig panel, per geval samengesteld door een in te stellen onafhankelijke organisatie ‘ingebed in academische structuren’.

Brede werking, meer preventie

De commissie verkent deels bekende wegen: bedrijfsartsen (zijn misschien niet onafhankelijk en) melden beroepsziekten weinig, de capaciteit van de Inspectie moet kwantitatief en kwalitatief beter, de handhaving strikter. De aanbevelingen van de commissie zijn op onderdelen nieuw. Her en der plaatsen we kanttekeningen, cursief.

  • De tegemoetkoming moet volgens de commissie ook gegeven worden aan zzp’ers. Financiering moet meegenomen worden in de herziening van het fiscale regime voor hen. Kanttekening: opdrachtgevers worden dus niet aangesproken voor financiering.
  • Voor de RI&E zou veel meer digitaal (invullen etc.) mogelijk moeten zijn. De commissie wil een centrale registratie van RI&E’s, “onder regie van de Inspectie”. Werkgevers worden dan geïnformeerd over onvolledige RI&E’s en het (nieuwe eis:) tenminste eens per vier jaar vernieuwen. De registratie geeft op termijn ondersteuning bij vragen over de aansprakelijkheid en voor (administratieve) handhaving. Kanttekening: het pleidooi van de vakbeweging en o.a. PvdA om werkgevers RI&E’s naar de Inspectie te laten sturen, is steeds door bewindspersonen afgewezen.
  • “Laat de ri&e ondertekenen door de bedrijfsarts en de arbeidshygiënist die zich bij de beoordeling van de ri&e laten bijstaan door de andere kerndeskundigen.” Kanttekening: zoiets gebeurt al. De commissie lijkt eraan voorbij te gaan dat het plan van aanpak in de RI&E alleen kan gelden als advies van de arboprofessional.
  • De commissie wil dat het optreden van beroepsziekten gemeld wordt aan de Inspectie SZW, voor gerichter toezicht. Kanttekening: dit is bij de arbowetswijziging van 2017 overwogen maar afgewezen.
  • Ze wil overheidssteun, met veel meer geld dan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten krijgt, voor “.. een stevige infrastructuur voor kennis, diagnose en behandeling van beroepsziekten [met oprichting van] .. een onafhankelijke gezaghebbend en interdisciplinaire arbeidsgeneeskundige organisatie voor beroepsziekten.”
  • Mysterieus is het pleidooi van de commissie voor een heroverweging van de huidige structurele inbedding van de bedrijfsarts en de bedrijfsgezondheidszorg, want die “.. belemmert bedrijfsartsen om de spilfunctie die zij zouden kunnen en moeten hebben bij het inrichten van een effectieve preventie en opsporing van beroepsziekten goed te vervullen.” Kanttekening: dergelijke bewoordingen zijn in het verleden gebruikt voor deprivatisering van arbodienstverlening, tegen de regie van werkgevers over aanpak van verzuim en arbeidsongeschiktheid.
  • De commissie onderschrijft pleidooien van het Capaciteitsorgaan en de SER met het advies: “Zorg voor een adequate publieke financiering van de opleiding tot bedrijfsarts.”

Openstaande vragen

  • Heerts en de zijnen adviseren het bereik van de regeling te beperken tot stoffen en medisch aannemelijke beroepsziekten op een lijst, vooraf vastgesteld “.. op voordracht van een deskundige instelling”. Kanttekening: de commissie lijkt betrokkenheid van sociale partners uit te sluiten – een novum in Nederland. Het begrip ‘medisch aannemelijk’ is dat wellicht ook.
  • De commissie koos voor een alternatieve wijze van erkenning, buiten het aansprakelijkheidsrecht om, naar het voorbeeld van onder meer de Tegemoetkoming Asbestslachtoffers. Kanttekening: de mogelijkheid van aansprakelijk stellen blijft dus, en ongewijzigd lastig. Samenloop van procedures blijft -juridisch terecht- mogelijk. De consequenties zijn onduidelijk.
  • De commissie is niet duidelijk over ‘terug werken’ van een regeling. Kanttekening: ze wijst bij herhaling op de lange latentietijd van ziektes, en de lange lijdensweg van getroffenen. Dus: medisch aannemelijke beroepsziekten door blootstelling zeg 30 jaar geleden zouden voor tegemoetkoming in aanmerking moeten komen. Dat betekent een start met buitengewoon veel werk en kosten. Kunnen en willen werkgevers die dragen via de sociale premies?
  • De commissie hield zich aan de pragmatische opdracht: beperking tot beroepsziekten door gevaarlijke stoffen, immers de juridisch meest lastige. Kanttekening: er is geen principiële reden waarom getroffenen door arbeidsongevallen en andere beroepsziekten en letselschadeadvocaten zich niet snel zullen roeren. Zij lezen in het rapport dat beroepsziekten door gevaarlijke stoffen een derde tot nog minder van het geheel uitmaken.
  • De commissie geeft een indruk van de uiteenlopende ramingen van het aantal beroepsziekten. Ze meldt dat informatie van werknemers resp. bedrijfsartsen over incidentie van beroepsziekten zéér verschilt. Kanttekening: er is geen duiding hoe ‘medisch aannemelijke beroepsziekten’ zich verhouden tot ramingen.

Per saldo

Voor alle betrokkenen, getroffenen voorop, vereenvoudigt dit alles veel problematiek rond (h)erkenning van beroepsziekten, althans die op ‘de lijst’. Een gefixeerde tegemoetkoming naast aansprakelijkheidsrecht is ook onder wetenschappers een geaccepteerde optie. De commissie schrijft: “Erkenning door de samenleving van het leed dat door een beroepsziekte wordt veroorzaakt, moet niet afhankelijk zijn van de vraag of een werkgever aansprakelijk is.”

De oorspronkelijke gedachte cao-oplossing zou meer maatwerk, betrokkenheid en koppeling met preventie in de hand werken dan deze regeling. Voor de arbosector lijkt een zorgpunt of dit alles de werkgevers meer prikkelt tot verantwoordelijkheid nemen voor preventie, zeker wanneer handhaving meer administratief wordt. Er ligt een opgave voor de arboprofessionals: steun bij de route naar de tegemoetkoming, preventie van de oorzaken, alertie voor bredere en nieuw opkomende bedreiging van gezondheid in werk, advisering gericht op intrinsieke motivatie voor preventie.

Kans van slagen

Staatssecretaris Van Ark zegt een uitgebreide reactie vóór de zomer te willen geven. Er verscheen een SZW-nieuwsbericht, op zich ongebruikelijk bij een nog niet concreet beleidsvoornemen. Daarin en op LinkedIn laat de bewindspersoon zich onomwonden positief uit: “De commissie onderstreept het belang van een snelle tegemoetkoming zonder ingewikkelde rechterlijke procedures, evenals het belang van preventie. .. Het rapport biedt handvatten om samen aan de slag te gaan, zodat slachtoffers zich gehoord weten en de erkenning krijgen die ze verdienen.” Ze werkte al aan haar kans van slagen: ze liet zich bij het ontvangen van het rapport vergezellen door de voorzitters van VNO-NCW en FNV. Maar ze kreeg die twee kennelijk niet op de foto -rechts hiernaast- die ze liet plaatsen op haar LinkedIn.

Rapport van de Commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten