Mariëlle A-Tjak: “Ik moest als bedrijfsarts echt leren hoe heftig burn-outs kunnen zijn. Het kan maanden duren, langer dan de meesten van ons denken.”

Arboportaal Magazine #5, december 2020

Mariëlle A-Tjak

“Morgen niet naar mijn werk? Dat kan niet!”

Josine Mooij had een mooie functie in de financiële sector, maar zat dagelijks huilend in de auto. De huisarts verwees haar direct door: burn-out. Dat was zeven jaar geleden. Ze kijkt terug op haar ‘donkerste’ periode in een tweegesprek met de ervaren bedrijfsarts Mariëlle A-Tjak. Samen duiden ze dit fenomeen waar steeds meer jongeren mee kampen.

Wanneer ging het voor jou mis, Josine?
Josine: “Het gebeurde in de auto, zeven jaar geleden. Elke keer als ik na mijn werk achter het stuur stapte, begon ik te huilen. Voor de zekerheid ging ik naar de huisarts en die verwees me direct door naar een psycholoog. En die zei bij het eerste gesprek: ‘Jij gaat morgen niet meer naar je werk.’ En ik dacht: ‘Morgen niet naar mijn werk? Dat kan niet. Als ik er niet ben, stort alles in elkaar.’ Een belachelijke gedachte natuurlijk, maar ik dacht het wel.”
Mariëlle: “Vond je je werk leuk voordat je in deze burn-out belandde?
Josine: “Het was vooral spannend. Ik kreeg een heel hoog salaris, er werd veel van mij gevraagd en ik was onwijs trots dat het allemaal lukte. Maar toen ik eenmaal thuis zat, stortte ik in. Ik durfde zelfs niet meer naar buiten. Ik trok bij mijn ouders in, ik kon niet voor mezelf zorgen. In het begin sliep ik alleen maar. Later begon ik, met hulp van mijn moeder, met wandelen. Steeds een klein stukje. Ik werd ineens heel zenuwachtig en sliep amper. Ik schaamde me. Ik kwam uit een dorp en niemand mocht daar iets weten, vond ik. Ik was jong, had een goede baan en viel letterlijk van mijn voetstuk. Het voelde als falen.”

”Onze bedrijfsarts zei al na drie weken dat ik weer aan het werk moest. Man, ik durfde niet eens naar buiten”

Hoe reageerde je werkgever?
Josine: “De afdeling personeelszaken van ons internationale bedrijf zat toevallig in Nederland, een hele lieve dame waar ik fijn contact mee had. Maar verder was er geen of weinig reactie van collega’s. Ze snapten het niet. Ik kreeg zelfs mails vanuit kantoor: ‘Je moet nu echt terugkomen, dit kan niet!’ Ik durfde niet eens meer te kijken.”
Mariëlle: “Heel herkenbaar, deze reacties. Collega’s snappen het niet: ‘Gisteren deed ze alles nog en vandaag is deze vrouw weg.’ Vaak ontstaat er ook ongeduld bij de werkgever en dat versterkt weer het schuldgevoel bij de werknemer.”
Josine: “Onze bedrijfsarts zei al na drie weken dat ik weer aan het werk moest. Man, ik durfde niet eens naar buiten. Ik was he-le-maal de weg kwijt. Zelfs mijn werkgever vond het beter dat ik thuisbleef. Maar die bedrijfsarts bleef resoluut: ‘Nee, jij gaat nu weer naar kantoor….’”
Mariëlle: “Ik moest als bedrijfsarts echt leren hoe heftig burn-outs kunnen zijn. Het kan maanden duren, langer dan de meesten van ons denken. Ook leerde ik hoe belangrijk het is om mensen weer in beweging te krijgen. Maar het belangrijkste is om altijd naar de persoon zelf te kijken. Wat kan hij of zij nu aan? Gelukkig bracht jouw werkgever wel rust.”
Josine: “En mijn huisarts. Die adviseerde me te wandelen en na verloop van tijd proberen wat te gaan hardlopen. De bedrijfsarts kwam met de suggestie om antidepressiva te slikken, maar persoonlijk voelde ik me daar niet zo prettig bij. Ik wist dat je moeilijk van die medicijnen afkomt. Door hard te lopen kwam er endorfine vrij, dus had ik die medicijnen niet nodig. Verder leerde ik te mediteren om weer te leren voelen. Dat had ik verleerd. Als ik vroeger ziek was, dan ging ik gewoon naar kantoor. Zat ik over te geven op de wc omdat ik koorts had en daarna ging ik gewoon weer, hup aan het werk. Zo ver heen was ik.” “Zat ik over te geven op de wc omdat ik koorts had en daarna ging ik gewoon weer, hup aan het werk”

Welke ontwikkelingen zien jullie op het gebied van mentale gezondheid bij werknemers? 
Mariëlle: “Ik zie vooral dat de groep met burn-out-klachten steeds jonger wordt. En het onbegrip daarover. Veel hulpverleners snappen het niet. Zij zien op het oog geen ernstig zieke mensen. ‘Er is toch niets aan de hand met deze jonge vrouw of man?’ Terwijl deze groep werknemers bijna massaal onderuit gaat. En dan telt maar een vraag: hoe kunnen we deze groep helpen?”
Josine: “Dat een burn-out vaak minder serieus wordt genomen, merkte ik nog niet zo lang geleden toen ik, niet schrikken, werd getroffen door een hartaanval. Het gaat inmiddels weer goed, het was iets erfelijks. Maar de reacties die ik kreeg waren zo anders dan bij mijn burn-out: iedereen had begrip voor mijn situatie, want ik had ‘echt iets’.
Mariëlle: “Ondertussen zegt het toenemend aantal burn-outs bij jonge mensen genoeg over onze samenleving. Vooral over de hoge verwachtingen die we van onszelf en elkaar hebben. Dat is geen verrassing als je ziet hoe ‘goed’ we het doen en hebben via posts op social media. Net even wat meer realisme zou een groot verschil maken.”

Wat moet er volgens jullie anders om de mentale gezondheid van werknemers te verbeteren? 
Josine: “Laten we beginnen met betere functioneringsgesprekken. Bij die van mij zei mijn manager: ‘Als ik iets aan jou vraag, dan weet ik dat het goed komt. Daarom vraag ik veel van je.’ Het was ook mijn eigen schuld. Ik zei nooit nee. Want dan kon ik weer wat punten scoren bij de baas.”
Mariëlle: “De sterksten vallen als eerste doordat werkgevers te vaak misbruik maken van hun beste mensen. Zo creëer je je eigen probleem. En het begint al bij die malle functioneringsgesprekken. Stop daarmee of noem ze anders. Bijvoorbeeld balansgesprekken. Daar moet een functioneringsgesprek over gaan, over balans. ‘Welke betekenis heeft het werk voor je, hoe heb je het thuis geregeld en wat kunnen we samen doen om de dans die we zijn begonnen zo goed mogelijk voort te zetten? Of te stoppen, op een nette manier.”

Welk effect kunnen werkgerelateerde coronamaatregelen hebben op de mentale gezondheid van werknemers?
Josine: “Als ik terugkijk naar mezelf dan had ik het toen wel fijn gevonden om veilig vanuit mijn eigen huis te werken. Af en toe met een kopje thee gewoon naar buiten staren en even helemaal niets…”
Mariëlle: “Dat ís ook fijn, net als het geen last hebben van woon- en werkverkeer. Toch zie ik een gevaar. Als iedereen thuiswerkt, zie je als manager ook je mensen minder en heb je dus nog minder zicht op alarmerende signalen. En ondertussen zijn er door de coronacrisis wel allerlei stressfactoren bijgekomen. Denk maar aan de druk om je baan niet te verliezen in deze toch onzekere tijden…”

”Probeer als werknemer goed je eigen grenzen te stellen. Een ander doet het niet voor je, weet ik uit eigen ervaring”

Welke tips hebben jullie voor mensen die tegen een burn-out aanzitten of ermee te maken hebben zoals werkgevers of opdrachtgevers?
Mariëlle: ”Werkgevers moeten veel alerter zijn. Let op de signalen van je mensen. Kijk hoe vaak jij misselijk toch aan het werk ging. Dat had je werkgever toch ook kunnen zien?”
Josine: “Ik was eens in de zoveel tijd één dag ziek. Het was mijn moment om even bij te komen. Maar wie is er nou steeds één dag ziek?”
Mariëlle: “Werkgevers sluiten nog te vaak de ogen. Maar de prijs die we daarvoor betalen is hoog. Emotioneel en economisch is dat doodzonde.”
Josine: “Kortom, probeer als werknemer goed je eigen grenzen te stellen. Een ander doet het niet voor je, weet ik uit eigen ervaring.”
Mariëlle: “Luister goed naar je lichaam. Je lijf toont veel eerder dan je hoofd aan dat er iets niet goed gaat. Dat kan migraine zijn die ineens de kop opsteekt, hardnekkige vermoeidheid, maar het kan ook een signaal zijn als je vaak je sleutels kwijt bent.”
Josine: “En mijn tip voor mensen die in een burn-out zitten: zorg dat je iets hebt om je mee te uiten. Ik gebruikte een dagboekje. Daarmee creëerde ik mijn eigen veilige hoekje, inclusief een kopje thee en een lekkere stoel, waar ik me even in terugtrok. Ik schreef alles op wat me te binnen schoot. Het luchtte geweldig op. Dat kan ik iedereen aanraden.”