Loondoorbetaling bij ziekte, wij zien dit als scharnierpunt voor regie van arbeidsorganisaties over verzuim en arbeidsongeschiktheid. De verplichting is verguisd en bestreden, maar de resultaten stemmen meer dan tevreden. Met het rapport van de ‘Commissie Borstlap’ van januari 2020 herstart de discussie over de duur van loondoorbetaling. Op deze pagina documenteren we het actuele debat.

Op een  subpagina (zie onderaan) geven we hoofdpunten van eerdere disputen en ervaring. Daar blijkt al al een kwart eeuw discussie: moet de loondoorbetaling twee jaar zijn, of (ander uiterste) acht weken? Nog niet eens zo lang geleden stelde het CDA dat voor (alsmede een ao-basisverzekering voor werknemers en zzp’ers, inmiddels kabinetsbeleid). Er blijkt ook dat (CPB-)berekeningen over hoge kosten van alternatieven niet zonder meer impact hebben: het regeerakkoord van 2017 negeerde waarschuwingen over de kosten. Het kabinet haalde bakzeil, minister Koolmees moest vervolgens wel 450 miljoen jaarlijks uittrekken voor acceptatie van zijn weer nieuwe alternatief, de verzuim-ontzorg-verzekering.

 

Update 15 december 2021

Coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en CU

“Bij ziekte is de inzet primair gericht op herstel en terugkeer van de werknemer. Om de loondoorbetaling bij ziekte te verbeteren, richt de re-integratie zich in het tweede jaar -in lijn met het SER-advies- in principe op het tweede spoor, waarbij de instroom in de WIA zoveel mogelijk wordt beperkt.” Lees het in het KoM-nieuwsbericht

 

Update 7 juni 2021

Polderpartners voor twee jaar loondoorbetaling.

Voor het eerst in 15 jaar brengt de Sociaal-Economische Raad een unaniem advies uit gericht op de kabinetsformatie. Twee jaar loondoorbetaling bij ziekte maakt daar deel van uit. Lees het in de KoM-nieuwsbrief van 7 juni 

Aanvulling 21 juni, lees ook: Verzorgt verzekeraar 2e spoor re-integratie?  FNV-voorzitter Elzinga is bezorgd over het 2e ziektejaar: ‘Te vaak zien we dat met zieke werknemers gesold wordt’.  Lees het in de KoM-nieuwsbrief van 21 juni

 

Update 9 oktober 2020

Bewijs uit het ongerijmde?  Het derde ziektejaar werkt!  UWV en Panteia onderzochten de (leer)effecten van de loonsanctie, de verlenging van de loondoorbetaling na het tweede jaar ziekte / loondoorbetaling. Ze vonden dat de verlenging leidt tot relatief veel werkhervatting en relatief lage WIA-instroom. Ook een vrijwillig ‘derde ziektejaar’ pakt gunstig uit. Commercieel adviseur Wiegmans adviseert re-integratie niet te stoppen na de WIA-keuring. Lees het KoM-nieuwsbericht van 5 oktober.

 

Update, uit de KoM-nieuwsbrief van 27 juli 2020

Loondoorbetaling goede prikkel – Een arbeidsmarkt vol dilemma’s 

Vóór de coronacrisis was er de roep om vernieuwing van de arbeidsmarkt. Rapporten wezen op te veel flex, te weinig scholing. Het Wetboek van Werk 2025 in juni 2019 was vrij concreet, met het voorstel tot regionale werkhubs voor loopbaan-apk’s en diverse voorzieningen. Ook zouden deze een rol kunnen spelen in de re-integratie van ziek gemelde werknemers, na bijvoorbeeld zes weken. KoM gaf commentaar, dat werd in dank aanvaard en vervolgens werd het stil.

Loondoorbetaling goede prikkel

Het Nederlands Genootschap voor Sociale Zekerheid pakte de draad weer op. In een webinar interviewden twee hoogleraren elkaar, mede gevoed door chats van kijkers: Olaf van Vliet, econoom, hoogleraar Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid (Leiden) en Ruben Houweling, jurist, hoogleraar Arbeidsrecht (R’dam) en ‘hoofdredacteur’ van het Wetboek van Werk.

Het webinar van bijna een uur is inmiddels terug te kijken, reden om u erop te attenderen. Voor de arbosector interessant is dat beide experts, vanuit hun verschillende achtergronden, meermalen beklemtoonden dat loondoorbetaling – in ieder geval het eerste jaar – een uitstekende prikkel tot re-integratie door werkgevers is geweest.

Loskoppeling door hub bezwaarlijk

De werkhub, daarbij denkt men vaak aan een UWV-2.0. Maar het kan ook een publiek-private samenwerking zijn, zeggen de twee; denk aan hoe Randstad inzicht heeft in de lokale vraag naar werk en dat kan vertalen naar scholings- e.a. activiteiten van partijen in de regionale hub en zo nodig hubs elders. Zorgwekkende keerzijde aan zo’n hub is de loskoppeling van uitkeringsverstrekking (door (een organisatie à la) UWV) en bemiddeling (door de hub). De beide hoogleraren verwoordden aldus de vele actuele dilemma’s. ‘Borstlap’ wees op lekken in het ‘dak van de arbeidsmarkt’ en riep op tot reparatie terwijl de zon schijnt. De coronacrisis onderstreept dat belang. Maar, met verkiezingen in het vooruitzicht is de politiek waarschijnlijk geneigd om emmertjes neer te zetten. De transitievergoeding aan de werknemer afschaffen ten gunste van hogere uitkeringen en betere en actiever scholing? Bij de dreiging van corona-ontslagen zal het Malieveld vol lopen. De komende economische neergang zal ook gebrek aan opdrachten voor zzp’ers betekenen. Wellicht is de huidige inkomenssteun voor zzp’ers – die in verkiezingstijd moeilijk te stoppen is – te zien als begin van het veel bepleitte sociale vangnet voor állen.

Externe link NGSZ, https://www.ngsz.nl/activiteiten

 

Update 9 juni 2020, uit de KoM-nieuwsbrief van 8 juni: Kabinetsstandpunt ‘Toekomst van de arbeidsmarkt’ uitgesteld – Loondoorbetaling bij ziekte naar één jaar blijft reële optie  In januari 2020 nam Minister Koolmees het rapport ‘Borstlap’ in ontvangst. Hij stelde toen dat het kabinet uiterlijk 1 april een standpunt zou uitbrengen. Op 22 mei schrijft de bewindspersoon aan de Tweede Kamer: “De vraagstukken .. zijn bijzonder complex en, zoals de Coronacrisis laat zien, ook bijzonder urgent. Door de Coronacrisis is het echter niet mogelijk gebleken om de gesprekken te organiseren die noodzakelijk zijn om te komen tot een kabinetsreactie die recht doet aan de materie.” Dit geeft aan dat de minister draagvlak wil zoeken; sociale partners hebben nogal verschillende standpunten. Hij vervolgt: “De kabinetsreactie .. volgt daarom na de zomer. In de tussentijd spreekt het voor zich dat de inhoud van beide rapporten wordt meegewogen in de stappen die het kabinet de komende tijd zal zetten in de Coronacrisis.”  Uitstel is zeker geen afstel  Werkgevers zien de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte als rem op aantrekken van mensen, zeker in vaste dienst. ‘Borstlap’ bepleit één jaar loondoorbetaling. Werknemersorganisaties hebben geen uitgesproken opvatting. Een beslissing over een jaar loondoorbetaling bij ziekte wordt nu weer vooruitgeschoven. Het kan zomaar zijn dat het onderwerp wordt van de kabinetsformatie na de verkiezingen van maart 2021. Een wetswijziging werkt dan op z’n vroegst per juli 2022. Verrassingen voordien zijn niet uitgesloten. Het kabinet trekt miljarden steun uit om werkgelegenheid overeind te houden, om bij burgers en bedrijven vertrouwen te wekken in de economie ondanks de coronacrisis. Verkorten van de verguisde twee jaar loondoorbetaling zou voor werkgevers een vertrouwenwekkende maatregel zijn … Daar staat tegenover dat een wijziging ten tijde van crisis vreemd kan uitpakken, zoals door hogere instroom in de WIA.

De brief van minister Koolmees, externe link https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/kamerstukken/2020/05/22/uitstel-kabinetsreactie-commissie-regulering-van-werk

 

Update 3 juni 2020:  “Een van de krachtigste en succesvolste beleidsmaatregelen om ziekteverzuim en daaropvolgende arbeidsongeschiktheid te reduceren is de introductie geweest van loondoorbetaling bij ziekte.”  Het Centraal Planbureau bekijkt, zoals gebruikelijk in de opmaat naar een kabinetsformatie, alternatieven voor beleid. Die hebben minpunten, zoals al vaker was berekend. Voor werkgevers dalen de kosten van loondoorbetaling met een half miljard. De 0,2 procent hogere werkloosheid en de 7000 meer WIA-gevallen kosten 1,2 miljard. Het saldo is dus 0,7 miljard negatief. Die publieke uitgaven worden via werkgeverspremies gefinancierd. Achter dergelijke salderingen zitten pijnlijke gegevens: bijvoorbeeld een verwachte toename van mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeeld worden en ontslagen kunnen worden. De volledige informatie leest u in het CPB-rapport paragraaf 5.1.2, Werkgeversprikkels bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, Beleidsoptie WA1.

Het is overigens de vraag of en hoe zulke kostenramingen uiteindelijk ‘landen’ in de politiek. In het Regeerakkoord van oktober 2017 kozen partijen voor een verplichte verzekering voor het mkb, een oplossing die ook duur uitkwam. Maar het (psychologische?) belang van lastenverlichting woog toen zwaarder. In de huidige situatie tellen mee dat er inmiddels een MKB verzuim-ontzorg-verzekering is, en (binnenkort) een forse tegemoetkoming in de premie voor mkb-werkgevers.

Externe link https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Kansrijk-arbeidsmarktbeleid-update-sociale-zekerheid-2020.pdf

 

Update 10 mei: ‘Borstlap’ is pas het begin – Geen verband bewezen tussen wetgeving en aandeel flexwerk  Paul de Beer is bijzonder hoogleraar op de Henri Polak leerstoel voor arbeidsverhoudingen, ingesteld door de FNV. Hij ziet de voorstellen van ‘Borstlap’ als onvoldoende voor herstellen van de machtsbalans tussen werkenden en werkgevenden. Aldus zijn column van 24 februari op de site van de Wiardi Beckmanstichting, wetenschappelijk bureau voor de sociaal-democratie.

Werkgevers bang voor vaste contracten?  Hij bestrijdt het veel aangehaalde (voor)oordeel, dat strikte regulering van vaste arbeid (met in Nederland de twee jaar loondoorbetaling bij ziekte als voorbeeld), het vele flexwerk in de hand zou werken. “Feit is dat internationaal vergelijkend onderzoek nog nooit een verband heeft aangetoond tussen de wetgeving in een land en het aandeel tijdelijke of flexibele arbeidskrachten.” .. “Spanje [kent] een veel lichtere ontslagbescherming van vaste contracten dan Nederland en juist een striktere regulering van tijdelijke contracten. Niettemin is het aandeel tijdelijke contracten in Spanje nog groter dan in Nederland!”

Maar daarmee is de twee jaar loondoorbetaling in Nederland nog niet wetenschappelijk gelegitimeerd. “.. de relatie tussen het gebruik van flexibel werk en de loondoorbetaling bij ziekte is moeilijk aan te tonen, doordat de duur van de loondoorbetaling in Nederland zo extreem is vergeleken met andere landen (Nederland is een ‘outlyer’), dat een betekenisvolle statistische analyse niet mogelijk is. Bovendien wordt in dergelijke analyses geen rekening gehouden met het feit dat driekwart van de kleinere bedrijven het ziekteverzuimrisico heeft herverzekerd en dat werkgevers de procedurele verplichtingen in geval van langdurige ziekte (de Wet Poortwachter) als een grotere last ervaren dan de loondoorbetaling an sich.”

Externe link, https://www.wbs.nl/publicaties/borstlap-pas-het-begin

 

Nieuws 5 februariWie worden de leiders van de verandering?  Het voortouw lijkt bij Koolmees te blijven liggen

Harry van de Kraats bepleit, als vervolg op ‘Borstlap’ een gemeenschappelijke visie in fases te implementeren. Op 4 februari schrijft hij op LinkedIn: “Het zou goed zijn om te starten met arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden en met de een scholingsbudget voor alle werkenden. Echter, met visie implementeren vergt leiderschap! .. De tijd van analyse is voorbij. Wie worden de leiders van de verandering?” Hij zelf, zou u denken. Maar sinds 1 januari is Van de Kraats niet meer directeur van de AWVN, en stopte ook zijn directeurschap Sociale Zaken bij VNO-NCW en MKB Nederland. Hij is nu partner bij executive-search-bureau Maes & Lunau in Amsterdam. Actieve sociale partners laten zich niet horen … LinkedIn https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6630397009423581184/

 

Artikel in de KoM-nieuwsbrief van 3 februari 2020:

Borstlap: “We moeten de bakens verzetten” – Het vervolg lijkt vooralsnog klassiek

Het rapport “In wat voor land willen wij werken” kreeg waardering vanwege de brede, samenhangende benadering. Die euforie leek met een dag verdampt. Voorzitter Borstlap had bij de presentatie de 23e januari nog gevraagd: kijk verder dan uw eigen werk en onderneming, schuif uw particuliere belang in ieder geval voor een poosje opzij. “Wij bepleiten de vorming van een brede maatschappelijke alliantie die gaat werken aan het opnieuw inrichten van alle regels rond werk.”

Gemengde reacties  MKB-voorzitter Vonhof leek nog mild op die bijeenkomst. Het Algemeen Dagblad interviewde hem en citeerde hem de dag erna: ‘Rapport-Borstlap haalt elke prikkel uit ondernemerschap’. FNV-er Boufangacha was ter plekke kritisch. Maar het FNV-nieuwsbericht had een gemoedelijke kop, “Borstlap onderschrijft arbeidsmarktanalyse FNV”. Daaronder staat weer stevige taal: de commissie gaat te ver met het sterk inperken van de ontslagbescherming, het voorgestelde deeltijdontslag “zou werknemers vogelvrij verklaren”.

Vervolg  Verdwijnen het ‘rapport-Borstlap’ en dat van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in de spreekwoordelijke lade? We brengen in herinnering de WAO-rapporten van bijna 20 jaar geleden. In de commissies Donner en Vreeman speelden sociale partners nauwelijks een rol. Toch is het toen gelukt tot een wezenlijke én gedragen hervorming te komen. Kan zoiets nu weer? Borstlaps oproep tot een brede maatschappelijke alliantie betekent afstand nemen van de Nederlandse polder waar werkgevers- en werknemersorganisaties vooral in beslotenheid deals maken. Minister Koolmees zei de regie te willen nemen. Zijn eerste stap is de aankondiging van een kabinetsstandpunt, op uiterlijk 1 april: het klassieke model waarin de coalitiepartijen vooral in beslotenheid deals maken.

 

Uit de extra KoM-nieuwsbrief van 24 januari 2020: 

“In wat voor land willen wij werken?” – Rapport geeft spannende punten voor de arbosector  Loondoorbetaling bij ziekte naar één jaar, geen plicht tot re-integratie in het ‘tweede spoor’, één basis ao-verzekering voor alle werkenden. Dat zijn enkele hoofdpunten van de Commissie Regulering van Werk in haar eindrapport: “In wat voor land willen wij werken?”. De arbeidsmarkt van de toekomst is voor haar een weg met uitsluitend drie rijbanen: de arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd tussen werkgever en werknemer; uitzendwerk, via een beroepsmatig uitzender, met een maximumtermijn bij éénzelfde inlener; het zzp-schap, met geen of nauwelijks fiscale bevoordeling ten opzichte van werknemers. ..

Loondoorbetaling: zorgpunten  .. • [Er]springt als eerste in het oog de loondoorbetaling bij ziekte. Die plicht gold voor een jaar sinds 1996, en voor twee jaar sinds 2004. Evaluaties in 2006 wezen op groot succes, net als het stabiele verzuim sindsdien à ± 4% (tot 2018). ‘Het tweede jaar’ loondoorbetaling raakte binnen enkele jaren steeds meer omstreden. Diverse verkiezingsprogramma’s in 2012 pleitten tegen loondoorbetaling of voor hoogstens een jaar. De verplichting heette werkgevers af te houden van bieden van vaste contracten. In haar tussenrapport leek de commissie geen oog te hebben voor het belang dat de werkgever bij ziekte van z’n werknemer de regie behoudt. Zo bezien is het een pluspunt dat de commissie nu pleit voor één jaar loondoorbetaling, in plaats van afschaffen of verplicht collectief verzekeren waar soms politieke meerderheden voor leken.   • Anderzijds geldt dat dit grote zorgpunten geeft voor het georganiseerd bedrijfsleven en de arbosector. De prikkel voor werkgevers om zich in te zetten voor re-integratie wordt meer dan evenredig minder. Een Poortwachtertoets na één jaar is minder onderbouwd en dus meer omstreden en voor bezwaar vatbaar. Het risico van het tweede jaar is voor mkb-werkgevers nu voor een klein bedrag verzekerbaar, de optie voor terugkeer in werk blijft daarmee open. Inmiddels is er ook de ervaring in de bedrijfsgezondheidszorg dat kanker- en PTSS-patiënten merendeels re-integreren in vooral eigen werk, meestal in het tweede jaar. De continuïteit in begeleiding is voor deze mensen een groot goed. Voor anderen die ‘het eerste jaar passeren’ kan verandering in begeleiding gezondheidsnadeel met zich brengen.   • Ongetwijfeld brengt de maatregel een grotere instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen. Dit terwijl de Commissie juist zelf opmerkt dat het breed gewenste weer (meer) gaan werken voor eenmaal arbeidsongeschikten extra moeilijk is.

Tweede spoor niet meer verplicht  De commissie geeft in overweging om re-integratieverplichtingen ook te verlichten door beperking tot ‘het eerste spoor’. Als er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn of te creëren zijn binnen het eigen bedrijf zou het dienstverband kunnen worden beëindigd, aldus de commissie. Dit opent de mogelijkheid dat loondoorbetaling in het mkb vaak korter zal zijn dan één jaar: een ondergraven van de kern van loondoorbetaling. Die draait om behoud van de band van werkgever en moeizaam belastbare werknemer. De instroom vanuit mkb-werkgevers naar de WIA is nu ruim twee keer gunstiger dan vanuit het grootbedrijf. Dat kan zomaar omslaan, óf de instroom vanuit mkb naar werkloosheidsregelingen neemt toe.

Eén arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden vraagt nog veel uitwerking  Bij het Pensioenakkoord van juni 2019 is een in beginsel verplichte ao-verzekering voor zzp’ers afgesproken. In diezelfde maand bepleitte de commissie Borstlap één fundament voor álle werkenden. Nu is het pleidooi één verzekering voor werknemers en zelfstandigen. Dit om wisselen van rijbaan op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. De uitkering zal op minimumbestaansniveau zijn. Voor werknemers is er een verplichte aanvullende verzekering, voor zzp’ers keuzevrijheid. Naar analogie van het werknemersstelsel ziet de commissie een wachttijd van een jaar voor zelfstandigen. Wij zien dan de noodzaak van definitie van de eerste ziektedag en verduidelijking van wat er daarna moet gebeuren. Dat wordt een flinke puzzel. Met een rol voor de arbosector?

De volledige nieuwsbrief van 24 januari 2020: klik

De geschiedenis van de loondoorbetaling tot 2020