Een ‘ontslagvrije samenleving’, dat is het pleidooi van Marjolein ten Hoonte, directeur arbeidsmarkt en sociale impact bij Randstad Groep Nederland. Ze is óók voorzitter van het Nederlands Genootschap Sociale Zekerheid, waarin publieke en private verzekeraars, arbeidsbemiddelaars en beroepsbeoefenaren in de sociale zekerheid kennis uitwisselen en debatteren. Haar boek “Kunnen we het even over werk hebben?” kreeg veel aandacht in de vakpers, en recent ook in dagblad Trouw.
Journalist Van Velzen vraagt: “Worden mensen niet lui als ze weten dat ze toch niet ontslagen kunnen worden?” Haar antwoord: “Juist het huidige systeem van vaste contracten stimuleert stilzitten, gemakzucht. In de ontslagvrije samenleving beweeg je van werk naar werk op het moment dat jij die wens hebt of je werkgever dat van je vraagt.”
Ze wijst op – op zich bekende – problematiek: de ongekende krapte op de arbeidsmarkt, terwijl een grote groep mensen thuiszit zonder werk. De paar honderdduizend mensen die wel werken maar toch in armoede leven. Het haperen van het veel gewenste bij- en omscholen. Ten Hoonte’s boek toont volgens de flaptekst hoe ons denken over werk en de arbeidsmarkt oplossingen in de weg staat: we benaderen werk als een grote fabriek in plaats van als een levend ecosysteem. “Met een wirwar aan contractvormen, complexe cao’s en functieprofielen hebben we sociale zekerheid ingekaderd.”
Volgens ten Hoonte hebben we veel (als zodanig beoogde) oplossingen verpakt in het vaste contract. Ze geeft ze aan dit los te willen maken. Ook verzekeringen arbeidsongeschiktheid moeten ‘met de mensen mee reizen’, los van het contract. Zo komen mensen veel makkelijker in beweging.
Het is zonder meer interessant dit te doordenken, zoals op consequenties voor het stelsel van arbeidsongeschiktheid en de lastige kwesties rond tweede spoor re-integratie; maar ook de impact op preventie-inspanningen door werkgevers verdient aandacht.
Hans Borstlap – ja, die van de commissie – schreef een lovend voorwoord. De flaptekst meldt: “De opbrengsten van dit boek worden geschonken aan Stichting Lezen en Schrijven.”