Nederlandse poldertraditie lijkt verrijkt
Minister Koolmees overlegt sinds het begin van de coronacrisis nagenoeg wekelijks met de voormannen – en sinds september ook een voorvrouw – van centrale sociale partners. Dat remt sociale tegenstellingen in de aanpak van de crisis. Terwille van het (kabinets)doel: indammen van het virus en overeind houden van de economie.
Staat een traditioneel polderorgaan als de Sociaal-Economische Raad buitenspel? Dat lijkt maar zo, sterker nog: de Nederlandse poldertraditie lijkt verrijkt. Voorzitter Mariëtte Hamer ziet het als een taak van de SER om vooruit te kijken, voorbij de drukte van de coronadag. Ze startte al in maart een denktank, met sociale partners én instellingen zoals het Centraal Planbureau en het Sociaal Cultureel Planbureau.
Wie vóór de coronacrisis al kwetsbaar was op de arbeidsmarkt, is dat zeker ook in en ná deze crisis. De Denktank concludeerde dat specifieke aandacht nodig is zulke voor mensen, én voor de vraag: wat hebben werkgevers nodig om te kunnen helpen? Uitwerking kwam van een Denktank-werkgroep waarin mede
- het netwerk Ieder(in) van belangenbehartigers voor, door & met mensen met een beperking
- het project Diversiteit in bedrijf dat werkgevers helpt bij bevorderen van diversiteit.
Het rapport van december 2020 bevat een overzicht van feiten, een analyse en gedragen conclusies en aanbevelingen. Dat is als gebruikelijk in de polder, maar bijzonder is dat het georganiseerd bedrijfsleven en kroonleden van de SER nu niet – als gebruikelijk – zich alleen maar baseren op informatie en advies van andere partijen. Ze stellen hun uitkomsten op mét die andere partijen. Een klein (?) doorbraakje in poldergewoonten, wellicht is het een goed voorbeeld dat navolging krijgt.
Nuttig inzicht voor de arbosector
Voor arboprofessionals is dit kennisdocument verder ook van belang vanwege de update over twee groepen in hun verzorgde populatie: (potentieel) werkenden met een arbeidsbeperking en werkenden met een chronische aandoening. Opletpunt in de bedrijfsgezondheidszorg is de extra voorzichtigheid die noodzakelijk kan zijn vanwege aspecten als gezondheid, zwaardere impact van een eventuele besmetting, druk op de reguliere zorg en het gegeven dat velen een partner in de risicogroep hebben.
De werkgroep schrijft dat het succes van arbeidsinschakeling van zulke mensen niet zozeer voortkomt uit wetgeving en afspraken, maar vooral samen hangt met de stand van de economie. “Niettemin wordt nu ook gemeld dat werkgevers die de afgelopen periode hadden geïnvesteerd in het bieden van plekken aan arbeidsbeperkten, hierop, in ieder geval voorlopig, blijven inzetten.” Werkgevers die voor de crisis bezig waren met de eerste stappen op dit vlak, maken soms de afweging om dit voorlopig on hold te zetten. Over diverse subgroepen arbeidsbeperkten geeft het document vingerwijzingen wat betreft behoud van werk en werkvermogen.
Wake up call
Het document is bepaald geen kant-en-klare werkwijzer in coronatijd. Door de coronacrisis lijkt de vooruitgang in de positie van kwetsbaren nu tot stilstand te komen. Daarom mag het denken over verbetering niet stoppen. Zoals SER-voorzitter Hamer schrijft: “.. reden waarom de Denktank Coronacrisis met dit document aan de bel trekt.”