‘Oordeel bedrijfsarts vaker leidend’  

Althans, bij “evident duidelijke gevallen”

Opmerkelijk bericht:

  • Bij WIA-beoordelingen niet altijd meer een rol voor de verzekeringsarts.
  • Deze moet vaker varen op het oordeel van bedrijfsartsen.
  • Meer samenwerking tussen de divisies bij UWV.

Dit zijn enkele van de vele ideeën uit de consultatieronde “Denk Mee Over SMB”.

Digitale ronde

Het Sociaal Medisch Beoordelen bij UWV staat onder druk door het tekort aan verzekeringsartsen. Het Ministerie van SZW en UWV startten najaar 2023 een digitale ronde om suggesties voor verbetering op te halen. In totaal zo’n 500 mensen hielpen mee aan het ontwikkelen van ideeën voor meer grip op de wachttijden voor beoordelingen. De illustratie geeft een indruk van de deelnemers: in belangrijke mate mensen van UWV zelf.

In rondes “Verkennen”, Verrijken” en “Voorkeuren” ontstond een focuslijst met zestien (hoofd)aandachtspunten. Die is hieronder weergegeven, voor een snelle overview. De laatste dialoogronde was erop gericht die punten SMART te concretiseren en te vertalen naar acties. Alles is vastgelegd in 52 pagina’s eindverslag.

De betrokken directeuren van SZW en UWV hopen met deze consultatie te komen tot effectieve oplossingsrichtingen die op korte termijn in te voeren zijn. De minister van SZW zal later in een brief aan de Tweede Kamer schetsen wat er gebeurt met de resultaten.

KoMkanttekening

Het eindverslag bevat op onderdelen suggesties die zeer ingrijpend lijken. Ze zijn lang niet altijd duidelijk, en het lijkt moeilijk in te zien hoe ze nu te realiseren zijn. Een voorbeeld is aandachtspunt 3.1. Het oordeel van de bedrijfsarts zou leidend moeten worden, alleen bij de UWV-beoordeling van “evident duidelijke gevallen”. Voor definitie daarvan grijpen sommige deelnemers aan de consultatie terug op het wetsvoorstel waardoor de verzekeringsarts geen rol meer zou hebben bij de RIV-toets. Dat is ingetrokken, met name omdat vakbond FNV geen vertrouwen had in de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts; deze zou de zieke werknemers te makkelijk naar een uitkering leiden, vanwege druk van de werkgever. De redacteuren van het eindrapport benoemen de welles/nietes discussie over afhankelijkheid van de bedrijfsarts. Is hiermee duidelijk wat er zou moeten gebeuren?

Meer hierover in de KoM-nieuwsbrief van 4 maart 2024.

Het eindverslag

 

De focuslijst van zestien (hoofd)aandachtspunten, zoals geformuleerd in deel vier van het “Eindverslag stakeholdersconsultatie Denk Mee Over Sociaal Medisch Beoordelen”

Opmerking: onderstaande bevat de koppen van de diverse paragrafen over aandachtspunten. Meer dan eens is de tekst in de paragraaf meer genuanceerd dan die in de kop.

  1. Verbeteringen in de informatie aanlevering ten behoeve van het beoordelingsproces (claim en herbeoordelingen)

1.1 UWV neemt alleen nog aanvragen (zowel claim- als herbeoordelings-aanvragen) in behandeling die compleet, juist en volledig zijn aangeleverd. Indien nodig moeten werknemers of werkgevers ondersteuning krijgen om dat goed te doen. Compleet betekent dat ook de onderliggende relevante medische stukken worden meegestuurd.

1.2 Een aangevraagde herbeoordeling wordt alleen uitgevoerd als er aantoonbaar sprake is van een gewijzigde situatie van de cliënt. Hierbij is onder andere voorwaardelijk dat een aanvraag goed en volledig onderbouwd is.

1.3 Voor een efficiënte en snelle beoordeling, moet de verzekeringsarts vaker en meer gebruik maken van alle voorliggende informatie, aangeleverd door de curatieve sector en/of de arbodienst. Voorwaardelijk hierbij is dat duidelijk wordt gemaakt waar die informatie aan moet voldoen om bruikbaar te zijn

1.4 Laat cliënten waar mogelijk zelf hun medische documenten aanleveren voor de sociaal-medische beoordeling (de cliënt betrekken betekent minder zoekwerk voor de verzekeringsarts).

1.5 Er moet voor de sociaal-medische beoordelingen één medisch dossier komen waar de huisarts, bedrijfsarts, verzekeringsarts en behandelende artsen (waaronder medisch specialisten) toegang toe hebben.

  1. Juiste inzet professionals (waaronder taakdelegatie)

2.1 Andere professionals dan de verzekeringsarts moeten meer een leidende rol spelen in de beoordeling. Taken van de verzekeringsarts moeten worden overgenomen. Ter illustratie: in plaats van de verzekeringsarts maakt een psycholoog de inschatting van de belastbaarheid bij psychische klachten, een fysiotherapeut bij fysieke klachten en de arbeidsdeskundige ten aanzien van arbeidsmogelijkheden.

2.2 Geef taakdelegatie (werkzaamheden die niet onder de kerntaak van een verzekeringsarts vallen door een andere professional, zoals de sociaal medisch verpleegkundige, laten uitvoeren) een meer verplichtend karakter: haal de vrijblijvendheid eraf.

2.3 Kijk naar alle factoren in iemands leven die impact hebben op wat iemand ten aanzien van werk nog kan.

2.4 De huidige rol en inzet van de verzekeringsarts wordt verkleind door beoordelingstrajecten zo in te richten dat er niet in alle gevallen een rol is voor de verzekeringsarts, dit in navolging van enkele landen om ons heen.

  1. Samenwerking medische keten

3.1 Een verzekeringsarts moet vaker varen op het oordeel van bedrijfsartsen. Dat oordeel wordt leidend bij evident duidelijke gevallen en de verzekeringsarts doet het werk van de bedrijfsarts niet opnieuw.

3.2 De conclusies van de behandelend artsen moeten bepalend zijn voor de sociaal-medische beoordeling (bijvoorbeeld via een medisch certificaat). De verzekeringsarts moet het werk van de curatieve sector niet overdoen en zich kunnen richten op het inschatten van de belastbaarheid in werk.

  1. Stelsel (60+ en IVA)

4.1 De voorwaarden voor de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) aanpassen: iedereen die langer dan bijvoorbeeld 3 of 5 jaar volledig arbeidsongeschikt is krijgt automatisch recht op IVA.

4.2 De vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers moet verlengd worden én/of uitgebreid naar een grotere doelgroep (mensen vanaf een lagere leeftijd).

  1. Innovatie

5.1 De uitvoering moet worden verplicht om bewezen goede werkwijzen over te nemen of te stoppen met werkwijzen wanneer deze bewezen niet-effectief zijn. Goede werkwijzen (best practices) moeten op één plek worden verzameld, zodat deze gedeeld kunnen worden met alle regio’s/districten.

5.2 Zet in op technologische ondersteuning zoals medische spraakherkenning, zodat verzekeringsartsen en andere professionals daar gebruik van kunnen maken om hun werk efficiënter uit te voeren.

5.3 Meer samenwerking tussen de divisies bij UWV (in het bijzonder sociaal medische zaken en het Werkbedrijf) verbetert en vereenvoudigt de dienstverlening richting de cliënt.